Wij maken Oost
Overal in Nederland wordt door bewoners, ondernemers en overheden op regionale en lokale schaal gewerkt aan oplossingen voor grote maatschappelijke opgaven. Die regionale initiatieven wijzen vaak de weg voor landelijke keuzes over de inrichting van Nederland. In Apeldoorn maakte de beweging Wij Maken Nederland alvast een aanzet hiervoor vanuit het perspectief van regio’s in Oost-Nederland. Hiermee starten zij het maatschappelijke debat over de toekomstige ruimtelijke ordening, voortbouwend op de recent vastgestelde Ruimtelijke Arrangementen tussen het Rijk en provincies Gelderland en Overijssel. Ron Buiting, regioadviseur Erfgoed en Ruimte bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, doet verslag in deze gastcolumn.

Op 11 juli komen zo’n 50 bewoners en professionals uit Gelderland en Overijssel bij elkaar in Apeldoorn om het gesprek te voeren over de inrichting van hun regio. Dit doen ze onder de vlag van Wij Maken Nederland: een beweging van mensen die zich druk maken over de ruimtelijke ordening in Nederland en het maatschappelijk debat hierover willen aanjagen. Het gesprek begint in de regio, daar waar opgaven landen en tastbaar worden. En waar mensen dagelijks met elkaar aan die opgaven werken. Het gesprek over de inrichting van onze leefomgeving start deze zomer ook op andere plekken in Nederland. In Apeldoorn proberen de aanwezigen iets verder te kijken dan de eigen grenzen. Werken aan ruimte vraagt om over je eigen grenzen heen te kijken, naar buiten te gaan om te zien wat daar leeft én om een gedeeld toekomstbeeld uit te dragen.
De trek oostwaarts: hoe bouwen aan een toekomstbestendig Oost-Nederland?
“Wie woont er in Oost-Nederland?” begint dagvoorzitter Max van Tongeren van Saxion Hogescholen, waar we te gast zijn. Bijna alle handen gaan de lucht in. “En wie van jullie is hier naartoe getrokken vanuit de Randstad?” Een handjevol vingers. Saxion doet onderzoek naar deze trek ‘oostwaarts’. Steeds meer mensen komen in Oost-Nederland wonen en dat aantal zal in de toekomst verder toenemen, volgens de verstedelijkingsstrategieën voor alle grote stedelijke gebieden in de regio. Dit terwijl we water en bodem sturend zijn, een energietransitie doormaken, werkgelegenheid mee moet groeien, het liefst in een circulaire economie. En dat in een landschap dat onder druk staat door al die ruimteclaims. Daarnaast zucht datzelfde landschap ook onder stikstof en vraagt het om vernieuwende vormen van landbouw en landschapsbeheer.
Dat vraagt om keuzes, want tel alles op en je hebt 3 keer Nederland nodig. “Ik wil weten waar politieke partijen voor staan en welke keuzes ze maken, zodat ik weet waarop ik als kiezer moet stemmen!” verzucht Hans Leeflang, de geestelijk vader van Wij Maken Nederland. Daarom deze gesprekken, van onderop georganiseerd in alle regio’s van het land, om in het najaar voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen ruimtelijke keuzes goed op de agenda te krijgen. Met oog voor een regionaal perspectief, aansluitend op de Ruimtelijke Arrangementen van Gelderland en Overijssel.
Pitchende regio’s: van vriendelijke verstedelijking tot verdwijnende scholen
Alle regio’s pitchen hun kwaliteiten, opgaven en dilemma’s. In Twente zet men in op ‘vriendelijke verstedelijking’ om aan te sluiten op de eigen identiteit, mede gevormd door het landschap. Op de Veluwe is het dringen met natuur, landbouw, defensie en woningbouw. Hoe komt iedereen van a naar b en hoe zorg je voor een stroomaansluiting? In Rivierenland is de ruimtelijke druk een stuk lager, maar moet de woningvoorraad nog altijd met 25% groeien. Er is een sterke agrisector, maar kan die nog groeien, vooral als de enige MBO in de regio onder druk staat? In Regio Zwolle werken 22 gemeenten, 4 provincies en 4 waterschappen samen: hoe houd je iedereen in de kruiwagen en zorg je voor gedragen besluiten bij al die overheden? In de Achterhoek is er een sterke gedeelde identiteit en een open dialoog tussen politiek en gemeenschap. “Misschien is de kracht van Oost ook wel: ik ken jou, ik heb jou daar eerder gezien”, stelt Antoinet Looman, bestuurder bij waterschap Rijn en IJssel. Regio’s met een sterk sociaal weefsel van lokale netwerken, via voetbalclub tot bedrijfskantine, krijgen meer voor elkaar.

Sectorale systemen belemmert integrale oplossingen
In de gesprekken komen zowel grote thema’s langs als dilemma’s en successen in samenwerking. Zoals die van de Waalsprong, waar woningbouw is gecombineerd met ruimte voor waterafvoer, natuur en recreatie. Een sterke langjarige samenwerking tussen Rijk, provincie en regio met een integrale visie was hiervoor een belangrijke voorwaarde. Die wordt nu node gemist: het Rijk komt met sectorale ruimteclaims zoals voor Defensie of met Woondeals “waarvoor je ingewikkelde formats in moet vullen en als regio’s met elkaar concurreert.” Ook de uitvoering is sectoraal en geldgestuurd: “in de woningbouw zijn grondexploitatie en winst voor ontwikkelaars leidend, terwijl in de landbouw grote spelers in de voedselketen bepalen wat er gebeurt, wat nadelig is voor burger én boer.” Kortom: een roep om integraal, samenhangend beleid dat meer waardegestuurd is.
“Politiek Den Haag mag wel een tikkeltje saaier en wat consistenter zijn en zich wat meer verbinden aan initiatieven in de leefwereld.” Want terwijl de systeemwereld lijkt vastgeroest, gebeurt er in de ‘leefwereld’ allerlei moois, dat niet altijd in hokjes past maar wel bijdraagt aan oplossingen voor de grote opgaven voor de toekomst. Denk bijvoorbeeld aan sloopbedrijven die zich heruitvinden als grondstoffenleveranciers, aan regeneratieve landbouw die bodem en landschap versterkt, en aan woonvormen die wonen, werken en zorg op nieuwe manieren combineren. Vaak tot stand gekomen dankzij bewonersinitiatieven, doortastende bestuurders, projectleiders en ‘oliemannetjes’, die denken in de geest in plaats van de letter van de wet. Verbind deze lokale ideeën aan grote opgaven, is het pleidooi van het panel in het afsluitend gesprek. De regio is de plek waar alle overheden samenkomen, maar de overheden kunnen het niet alleen en vragen om langjarig commitment van het Rijk met het gebied, bijvoorbeeld voor investeringen in spoor- weg- en energie-infrastructuur.

Maak een gedeelde visie en laat zien hoe we daar komen via het nu
Dit betekent niet dat Oost-Nederland hoeft te wachten op antwoord uit Den Haag. Laat de goede voorbeelden zien waar nu al wordt gebouwd aan dat toekomstige Nederland. “Vertel elkaars succesverhalen en draag deze uit, zet die initiatieven zichtbaar op de kaart, zoals dat al gebeurt met regeneratieve landbouw. Zo kunnen initiatieven elkaar versterken”, bepleit Mariëlle Hoefsloot van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit. Een andere rode draad: zorg voor een gedeelde agenda en trek samen op. Joost Rengers, actief in de Regio Zwolle: “Zoom uit en in, zie dat Oost-Nederland tussen de Randstad en de nabijgelegen Duitse regio’s ligt en benoem je gezamenlijke kwaliteiten, kansen en belangen.” Het levendige gesprek deze middag laat al enkele mogelijke ingrediënten van die agenda zien.
“De belofte ‘Elke regio telt’ is geland in Den Haag”, stelt Hans Leeflang in zijn afsluiting. “Tegelijkertijd lijken veel politieke debatten op zich herhalende gesprekken: hadden we dit dilemma in de jaren tachtig ook al niet?” Hij sluit daarom af met een heldere oproep: “Werk aan een duidelijke en eensgezinde agenda. Hoe ziet de gedroomde toekomst van Oost-Nederland eruit? Welke beelden horen daarbij en waar is dat nu al tastbaar? Laat zien waar dat nieuwe Nederland wordt gebouwd. Wees duidelijk over wat je te bieden hebt en wat je nodig hebt.”