Bruggenbouwers gezocht
De terugkeer van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) luidt een nieuwe fase in voor het Nederlandse ruimtelijk beleid. Met meer dan 30 nieuwe programma's en een investeringsbudget van €125 miljard onder het vorige kabinet, is nu de uitdaging aan minister Mona Keijzer om deze herleving voort te zetten.

Tekst: Maurits de Hoog
Nieuwe uitdagingen onder minister Keijzer
De grote vraag is hoe het nieuwe kabinet deze herleving van ruimtelijke ordening voortzet. Minister Keijzer staat voor de complexe uitdaging om niet alleen te focussen op de ambitieuze doelstelling van 100.000 nieuwe woningen per jaar, maar ook de cruciale verbanden tussen verschillende programma's te bewaken en integrale afwegingen te maken. Het Voorontwerp Nota Ruimte, dat voor de zomer aan de Tweede Kamer werd gestuurd, biedt een eerste kader, maar vraagt om verdere uitwerking en concrete invulling.
Industriële transformatie
Een van de meest urgente uitdagingen ligt bij de verduurzaming van de industrie. De transformatie van de 15 grootste CO2-uitstotende bedrijven zal ingrijpende gevolgen hebben voor industrieclusters en omliggende stedelijke regio's. Het is onwaarschijnlijk dat bedrijven als Tata Steel, Shell of Yara in 2030 of 2050 nog in hun huidige vorm bestaan. Dit roept fundamentele vragen op over hun toekomst in Nederland zonder goedkoop gas en de mogelijke herstructurering van industriegebieden.
Het Rotterdamse havengebied illustreert de complexiteit van deze opgave. Hier liggen verschillende scenario's op tafel: van uitbreiding van de Maasvlakte tot de herontwikkeling van het petrochemisch complex in de Botlek en functiemenging in Stadshavens. De mogelijke aanleg van een zeesluis bij Vlaardingen, als vervanging van de Maeslantkering, zou deze ontwikkelingen kunnen versnellen en nieuwe kansen voor verstedelijking kunnen bieden.
De ontwikkeling vraagt om een zorgvuldige afweging van regionale kansen en mogelijke combinaties met andere opgaven.
Landelijk gebied in transitie
In het landelijk gebied is de situatie niet minder complex. Het stopzetten van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de drastische budgetvermindering van 27 naar 5 miljard euro beperken de mogelijkheden voor boeren om te verduurzamen of te stoppen. Terwijl de problematiek rond stikstof, waterbeheer en natuurbehoud om urgente oplossingen vraagt.
Een gefaseerde aanpak, beginnend in de meest urgente gebieden zoals De Peel, het Groene Hart en de Gelderse Vallei, lijkt nu de meest realistische weg vooruit. De vrijwillige bedrijfsbeëindigingsregelingen voor veehouderijen hebben al tot ongeveer 1260 positieve besluiten geleid, maar de vraag blijft of dit voldoende is voor gebieden zoals de Veluwe, waar 1800 van de 3000 piekbelasters zijn gevestigd.
Stedelijke ontwikkeling en de 'Bandstad'
De stedelijke ontwikkeling beperkt zich niet tot de metropoolregio's, maar strekt zich uit langs de zogenaamde 'Bandstad'. De Bandstad is het gebied dat loopt van de Brabantse stedenrij via Arnhem-Nijmegen en de stedendriehoek Apeldoorn-Deventer-Zutphen naar Groningen-Assen, Twente en Zuid-Limburg. Deze ontwikkeling vraagt om zorgvuldige afweging van regionale kansen en mogelijke combinaties met andere opgaven, zoals waterberging en energietransitie.
Alleen door een evenwichtige aanpak kan Nederland de grote ruimtelijke uitdagingen van deze tijd succesvol aangaan.
Lessen uit Ruimte voor de Rivier
Het succesvolle programma Ruimte voor de Rivier biedt waardevolle inzichten voor de huidige opgaven. Door lokale en regionale partijen de ruimte te geven om nationale maatregelen te verbeteren - binnen het beschikbare budget - ontstonden innovatieve oplossingen. Het Nijmeegse rivierpark, met de Spiegelwaal als recreatiegebied gekoppeld aan stedelijke uitbreiding, is hiervan een succesvol voorbeeld. Een vergelijkbare aanpak zou kunnen werken bij het aanpakken van piekbelasters rond natuurgebieden, waarbij regionale partijen met integrale plannen kunnen komen die zowel de stikstofdepositie verminderen als de gebiedskwaliteit verbeteren.
Kerntaken voor het ministerie van VRO
Voor het ministerie van VRO bestaan er 2 belangrijke opgaven:
- Het stimuleren van ontwerpend onderzoek om langetermijnopties inzichtelijk en bespreekbaar te maken. Dit geldt niet alleen voor de regio's in de Bandstad, maar ook voor gebieden als de Gelderse Vallei, waar een transformatie naar een gemengd landschap met nieuwe natuur, dorpen, woonparken en duurzame landbouw mogelijk is.
- Het bewaken van ruimtelijke kwaliteit binnen de verschillende sectorale programma's. Het programma Ruimte voor de Rivier toonde aan hoe waterveiligheid en ruimtelijke kwaliteit hand in hand kunnen gaan. Deze benadering verdient navolging in andere programma's, zoals Ruimte voor Defensie en de aanleg van nieuwe energienetwerken.
Naar een definitieve Nota Ruimte
Een periode van 3 jaar om tot een definitieve Nota Ruimte te komen zou geen tijdverlies betekenen, maar juist de mogelijkheid bieden om resultaten van het Deltaprogramma en het verduurzamingsprogramma voor de industrie te integreren. Ook biedt het ruimte om een uitgewerkt nationaal milieuprogramma te ontwikkelen en beleid voor het landelijk gebied verder uit te kristalliseren.
De revival van de ruimtelijke ordening vraagt om een zorgvuldige balans tussen nationale regie en regionale uitwerking, tussen urgente opgaven en langetermijnvisie, en tussen sectorale programma's en integrale gebiedsontwikkeling. Alleen door deze evenwichtige aanpak kan Nederland de grote ruimtelijke uitdagingen van deze tijd succesvol aangaan.
Ben je benieuwd naar het proces om tot de definitieve Nota Ruimte te komen? Ga naar de pagina ‘Route naar Nota Ruimte’.
Maurits de Hoog is stedenbouwkundig ontwerper. Zijn column is gebaseerd op een door hem in opdracht van de Provincie Flevoland uitgevoerde analyse van de nationale programma’s, regionale ontwikkelperspectieven en provinciale ruimtelijke voorstellen. Dit is een ingekorte versie van de column die in december 2024 verscheen in het vaktijdschrift Blauwe Kamer.