Bij snelwegknooppunten botsen de lokale werkelijkheid en de grootschalige logica van het verkeer op elkaar – dat levert een onverwachte rijkdom aan contrasten en verhalen op. In negen wandelingen verkent stadsonderzoeker en schrijver Tijs van den Boomen – steeds samen met een expert – de ruimtelijke kwaliteit van deze onbekende rafelranden. Deel 6: Joure, in gezelschap van landschapsarchitect Hike van der Mei van het team Ruimtelijke Ontwikkeling van de gemeente De Fryske Marren. Ze vertelt over historische wegen en over het ‘zorglandschap’ van de toekomst. 

Beeld: Tijs van den Boomen

Motel Joure (1972).

Wat is een snelwegknooppuntwandeling? Daarover kan, dacht ik na vijf afleveringen, geen misverstand bestaan: een wandeling die de hele knoop omcirkelt. Maar dat is buiten Joure gerekend. En buiten Hike van der Mei van de gemeente De Fryske Marren, waar Joure onder valt.  

Op een vroege dinsdagochtend tref ik haar op het terras van McDonald’s Joure, pal naast het busstation. Haar eerste vraag is: "Om wélke knoop wil je eigenlijk wandelen: om het knooppunt dat hier sinds 2017 ligt, of om zijn voorganger, de rotonde die er bijna een halve eeuw lag?"

Op een luchtfoto laat ze zien hoe de A7 liep in de tijd dat de rotonde er nog lag en ze vertelt dat haar gemeente grootse plannen met het oude tracé heeft. Vervolgens wijst ze naar het dorp Haskerhorne, net ten oosten van Joure, dat op de schop moest toen de nieuwe knoop gereedkwam. Beide punten wil ze graag aandoen. 

Ik geef me gewonnen: een wandeling om een ex-knooppunt is ook een knooppuntwandeling en bovendien pakken we wel degelijk het grootste deel van de nieuwe knoop mee. 

Beeld: Tijs van den Boomen

Hotel-Restaurant HarTeLuk (2024).

TOTSO 

Niet alleen de knoop is ingrijpend op de schop gegaan, zie ik als we het parkeerterrein annex busstation aflopen, ook de oude horecavoorziening is onherkenbaar veranderd. Begin jaren zeventig werd tegelijk met de rotonde aan de noordkant een hypermodern motel met veel glas en een gekartelde dakrand opgeleverd – ik heb nog een ansichtkaart uit die tijd. Nu staat daar een wat non-descript gebouw, met haaks daarop een grote glazen serre. Ook de naam blijkt met zijn tijd mee te zijn gegaan: het onderkoelde ‘Motel Joure’ werd ‘Hotel-Restaurant HarTeLuk’. 

Via een minirotonde, die het verkeer van en naar de knoop afwikkelt, lopen we naar het viaduct over de snelweg. Voordat we bij het hoogste punt zijn, wijst Van der Mei naar rechts, naar een brede, langgerekte strook grond die zich uitstrekt naar het westen. Het doet denken aan een landingsstrip voor vliegtuigen, maar dan wel één met een opmerkelijke, rossige kleur. Dit is het oude tracé van de A7, vertelt ze, en dat is ingezaaid met onder meer zuring.  

Beeld: Tijs van den Boomen

Het voormalige tracé van de A7 in westelijke richting.

Bovengekomen zien we dat de huidige snelweg in zuidwestelijke richting loopt en in de verte een bocht naar het zuiden maakt. Vreemd: dat de snelweg een stukje moest worden verlegd voor een nieuw knooppunt, dat snap ik, maar dan loopt hij toch niet ineens in een heel andere richting verder?  

Van der Mei legt uit dat Joure een TOTSO is, een Turn Off To Stay On. Vroeger liep de hoofdroute van oost naar west onder Joure langs, dat was de A7. Als je op de A6 wilde komen, dan sloeg je bij de rotonde af naar het zuiden. Tegenwoordig is het andersom: de hoofdroute loopt van het oosten naar het zuiden en verspringt daarbij van nummer. Zo kom je zonder het te merken van de A7 op de A6. Juist wie op de A7 wil blijven, moet nu afslaan: TOTSO dus. 

Beeld: Tijs van den Boomen

‘Landmark Joure’, een kunstwerk van Siska Tol (2023).

Terwijl ik nog sta te kauwen op deze hogere snelweglogica, vestigt Van der Mei de aandacht alweer op iets nieuws: in de berm van de snelweg staat een grote cortenstalen bol met onderin galopperende paarden en bovenin vogels. Die symboliek begrijp ik, maar waarom een bol? Dat blijkt geen wereldbol te zijn, maar een luchtballon, een verwijzing naar de Friese Ballonfeesten waar Joure beroemd om is. Het kunstwerk van Siska Tol is in 2023 geplaatst en werd betaald uit de ‘Percentageregeling beeldende kunst’ voor de nieuwe infraknoop. 

Een gehalveerde laan 

Via een tweede minirotonde lopen we verder richting Haskerhorne. De brede weg met aan weerszijden fietspaden ligt op een dijklichaam, maar al snel komen we bij een voetpad dat rechts naar beneden voert. Een olifantenpaadje dat door bewoners is uitgesleten, denk ik in eerste instantie, maar het gravel verraadt dat er meer aan de hand is. Om tegemoet te komen aan de wens van de Haskerhoarnsters om de oude route naar hun dorp in ieder geval voor voetgangers in stand te houden, legde de gemeente De Fryske Marren met minimale middelen dit pad aan – zonder hek, asfalt, flauwe hellingshoek, mindervalidenvoorzieningen en andere richtlijnen van het kenniscentrum CROW. Ik vind het een verademing van dorpse allure. 

Beeld: Tijs van den Boomen

Het huidige tracé van de A6, afbuigend naar het zuiden.

Onder aan het dijklichaam lopen we via de oude Jousterweg naar het dorp en slaan bij de kerk rechtsaf. Het eerste deel van de tamelijk brede weg is bestraat met rode klinkers, daarna neem asfalt het over, aan de linkerkant staan oude eiken. Speciaal voor deze weg wilde Van der Mei deze omweg maken. Ze legt uit dat het nieuwe knooppunt voor het dorp nogal wat betekende. Positief was de afname van het sluipverkeer door de vele files op de rotonde – een belangrijke reden voor de gemeente om mee te werken aan de nieuwe knoop. Maar er waren ook negatieve effecten: door veranderingen in het onderliggende wegennet werd de route door het dorp plotseling aantrekkelijk voor tractoren met aanhangers en daarom moest deze laan, want dat was het, worden verbreed: de eiken aan de rechterkant sneuvelden en om de snelheid eruit te halen werd de weg vervolgens met gekleurde klinkers visueel versmald. 

Een duik in de historie 

Na de kerk slaan we opnieuw rechtsaf en lopen we terug richting Joure. Deze weg heet het Kerkpad en is de voorloper van de Jousterweg, waarschijnlijk is hij een paar eeuwen ouder dan Joure. Eerst komen we nog langs een paar aanliggende boerderijen en dan wordt het Kerkpad een voetpad, om uiteindelijk dood te lopen op een hek met grote borden ‘Verboden toegang’. 

Beeld: Tijs van den Boomen

Gravelpad dat is afgedwongen door bewoners van Haskerhorne als shortcut naar hun dorp.

We slaan linksaf, en lopen over een mooi bospad parallel aan de snelweg. Onderweg vertelt Van der Mei dat het Haulsterbosk, de smalle bosstrook waar we nu lopen, onderdeel uitmaakt van de Vegelinstructuur. Begin achttiende eeuw liet ‘grietman’ Johan Vegelin van Claerbergen, een Friese burgemeester avant la lettre, bossen aanleggen op zand, gronden die ongeschikt waren voor landbouw. De bast van de berken diende voor het looien van leer en het hakhout ging de ovens van bakkerijen in. 

Daarmee zijn haar landschapshistorische bespiegelingen nog lang niet uitgeput: de zandrug onder het bos is onderdeel van Friese Waterscheiding: ten zuiden daarvan loopt het water naar het IJsselmeer, ten noorden naar de Waddenzee. Deze scheidslijn uit de laatste ijstijd wordt waarschijnlijk al duizenden jaren gebruikt als route, zo bezien is de A6 de nieuwste loot aan de stam. 

Beeld: Tijs van den Boomen

Dorpsstraat die eerst is verbreed voor tractorverkeer en vervolgens optisch is versmald.

Aan het einde komen we, jawel, bij een derde weg met geschiedenis die heel ver teruggaat: de Haulstersingel. Nu is het een bescheiden weg tussen Oosterhaule en Joure, met een vrijliggend fietspad erlangs, maar al in de middeleeuwen liep hier, parallel aan de Hoge Zomerdijk, een weg. Dat dit een echte grens was, kun je nog steeds aflezen aan de verkaveling. Ten zuiden van de weg ligt kleigrond en lopen de percelen parallel aan de weg, aan de noordkant lag veen en staan de percelen er haaks op.  

En dan is het ineens afgelopen met de historie: het fietspad houdt op, we moeten de weg op en staan voor een grimmig viaduct dat geheel op de auto is toegesneden. 

Beeld: Tijs van den Boomen

Kerkpad, een middeleeuwse weg die ouder is dan Joure.

Een halve barrière 

Het viaduct heeft een naam, de Haulstertunnel en het oogt inderdaad als een tunnel: een smalle betonnen sleuf in het landschap die onder de A6 door duikt. Een fietspad ontbreekt, fietsers moeten bescherming ontlenen aan twee onderbroken lijnen, voor voetgangers is aan weerzijden een heel smal stoepje gelegd waar je achter elkaar moet lopen. Ik zie Van der Mei aarzelen hoe deze barrière te nemen en ze wil al over het smalle stoepje gaan lopen, maar als ik iets van mijn knooppuntwandelingen heb geleerd, dan is het dat je links moet lopen, zodat je de automobilisten aan jouw kant van de weg in het oog kunt houden. 

Het viaduct lijkt uit de wederopbouwtijd te stammen, maar is in werkelijkheid pas acht jaar oud. In de jaren zestig werd de Haulstersingel door de aanleg van de A6 bruut in tweeën gehakt, pas bij de bouw van het knooppunt zorgde dit viaduct voor het herstel van de van oorsprong middeleeuwse verbinding. Daarbij is ook aan de vleermuizen gedacht: Van der Mei wijst op de zwarte doeken waarmee het portaal over de snelweg is bekleed: die helpen de beesten zich te oriënteren als ze hoog boven onze hoofden oversteken.

Beeld: Tijs van den Boomen

Haulstertunnel (2017) met geleiding voor vleermuizen (de zwarte doeken op het portaal).

Na het viaduct gaat het vrijliggende fietspad verder en kunnen we de weg weer verlaten. Heel mooi, die vleermuizenvoorziening, maar waarom is er voor het langzaam-mensenverkeer niet meer geregeld? Formeel voldoet de tunnel aan de verkeersveiligheidseisen, vertelt ze, het is een gebiedsontsluitingsweg waar maximaal zeventig mag worden gereden, maar ze geeft toe dat veel mensen het onveilig vinden. 

Bewoners grepen de inspraak over de herbestemming voor het oude tracé van de A7 dan ook spontaan aan om dit probleem aan te kaarten. "Achteraf is het een fout dat we bij de aanleg van het knooppunt geen goede langzaamverkeerverbinding hebben gemaakt, het is veel duurder om dat nu alsnog te doen."

Beeld: Tijs van den Boomen

Haulstertunnel (2017) met ‘fietssuggestiestroken’ (de onderbroken lijnen op het wegdek).

Fusieziekenhuis  

Over het smalle fietspad lopen we naar het noordwesten. Tussen de bomen zien we aan onze linkerhand het nieuwe knooppunt liggen en rechts de open vlakte van het oude tracé. De ‘Driehoek Joure Zuid’ noemt de gemeente het gebied van drie vierkante kilometer, dat niet alleen het voormalige tracé omvat, maar ook de landbouwgrond tussen de oude A7 en de nieuwe A6.  

In 2023 onderzocht de gemeente vier scenario’s voor de driehoek – wonen, groen, bedrijven en voorzieningen – en een jaar later koos ze voor voorzieningen en meer specifiek voor een ziekenhuis, al heeft Van der Mei het liever over een zorglandschap, met ziekenhuisfuncties als spoedeisende hulp en innovatieve zorg. Achtergrond van deze keuze waren de toekomstverkenningen van Zorgbelang Fryslân: was het wel mogelijk om de ziekenhuizen van Sneek en Heerenveen beide overeind te houden en zou een fusie op een nieuwe, goed bereikbare plek – lees: de driehoek bij knooppunt Joure – niet veel beter zijn?

Beeld: Tijs van den Boomen

Het nieuwe tracé van de A7 in noordwestelijke richting.

De gemeente omarmde het plan en vestigde een voorkeursrecht op de driehoek, maar het sluiten van ziekenhuizen ligt uiterst gevoelig en Sneek trok zich afgelopen mei terug. Officieel zijn de plannen dus van de baan, maar de onderliggende ontwikkelingen in de zorg – concentratie, fusies en schaalvergroting – blijven natuurlijk gewoon bestaan. Op de achtergrond speelt ook nog de kans dat er, mocht de Lelylijn ooit worden aangelegd, een treinstation bij knooppunt Joure zou komen. En dus heeft de gemeente haar voorkeursrecht, dat op 12 juli 2025 af zou lopen, met drie jaar verlengd. To be continued, dus. 

Voormalige afwateringssloot  

Na achthonderd meter, want zo lang is de korte zijde van de driehoek, komen we dan eindelijk bij het oude tracé, de meest recente toevoeging van het levende prentenboek van historische wegen rond deze knoop. Naar rechts voert het tracé langs de lange zijde van de driehoek terug naar ons startpunt, maar we gaan eerst linksaf, naar het inmiddels beplante deel.

Beeld: Tijs van den Boomen

Roazebosk, meanderend wandelpad over het oude tracé van de A6.

De A7 is begin jaren zeventig dwars door het Roazebosk getrokken, dat net als het Haulsterbosk, waar we eerder liepen, twee eeuwen oud is. Het zuidelijk deel bleef toen gespaard, aan de noordkant resteerde slechts een heel klein puntje. Herstel van het bos was na de wegomlegging dus een logisch idee en Van der Mei maakte een plan dat de oorspronkelijk diagonale structuur van het bos volgde en dat inheemse plantensoorten de kans gaf zich te vestigen – "We wilden rustig kijken wat er zou gebeuren."  

Dat was buiten de burgerinspraak gerekend: bewoners wilden wandelpaden en ze wilden vooral snel resultaat en dus moesten er flinke bomen komen. De natuur laat zich echter maar gedeeltelijk sturen: in de ondergrond zit van oudsher een dikke laag keileem en die was door de snelweg ook nog eens een halve eeuw lang samengeperst. Lastig te beplanten dus. 

Beeld: Tijs van den Boomen

Restant van de oude geluidswal.

Via een meanderend pad lopen we over een vlakte die nog altijd vrij kaal is, hier en daar staan populieren en elzen die het zichtbaar moeilijk hebben. De ecologische waarde blijkt vooral aan de zuidkant van het tracé te vinden, daar is de oude afwateringssloot van Rijkswaterstaat veranderd in een soortenrijke biotoop. 

Aan de noordkant van het tracé is een wal zichtbaar, met erbovenop een glazen scherm. Het grootste deel van de lange geluidswal uit de jaren zeventig is na de reconstructie afgegraven, maar de bewoners van het plukje huizen achter dit stukje van de wal waren bang dat de nieuwe, verderop gelegen snelweg toch voor overlast zou zorgen en verzetten zich tegen de totale sloop en creëerden zo, onbedoeld, een stukje infrastructureel erfgoed. 

Beeld: Tijs van den Boomen

‘Skip mei lading’, kunstwerk van Ids Willemsma (2007, herplaatst 2022)

Verderop zien we dat ook het kunstwerk dat in 2007 aan de wal is toegevoegd, een cortenstalen scheepje met zeilen van blikkerend metaal, bewaard is gebleven: in overleg met kunstenaar Ids Willemsma heeft het een nieuwe plaats gekregen aan het begin van de nu nog lege Driehoek Joure Zuid. 

Kruis na 

Via de oude Parallelwei – wat in het Fries gewoon parallelweg betekent – lopen we in de richting van McDonald’s. Het voormalige tracé ligt nu links van ons en is in gebruik als weide – in het Fries: een greide. Na een halve kilometer houdt de afrastering op en begint het deel van het oude tracé dat begroeid is met zuring en andere wilde planten. We lopen in de richting van een boerderij met een hoge schuur waarvan het dak op spectaculaire wijze is ingestort – het contrast met de M van McDonald’s op een hoge paal en het snelwegviaduct op de achtergrond is maximaal. De eigenaar woont er nog, maar Van der Mei ziet al voor zich dat het monumentale gebouw onderdeel wordt van het zorglandschap van de toekomst, wie weet als Ronald McDonald Huis. 

Beeld: Tijs van den Boomen

Boerderij aan de Parallelwei, mogelijk in de toekomst een Ronald McDonald Huis.

Om terug te keren moeten we het oude tracé oversteken en dan stuiten we op een eenvoudig wit kruis. Gerben Stork staat erop. Het kruis is oud en verweerd, de eerste letter is er vanaf gevallen. Als ik thuis ben vind ik op internet dat Gerben op 31-jarige leeftijd op de rotonde om het leven is gekomen toen een vrachtwagen zich achter in zijn stilstaande auto boorde, zijn vrouw liep een dwarslaesie op. Dat was in 2016, een jaar voordat de rotonde werd vervangen door het nieuwe knooppunt. 

Loop de route zelf via Storymaps of download haar op Komoot 

Beeld: Tijs van den Boomen

Informeel monument ter nagedachtenis aan Gerben Stork, die in 2017 op de rotonde van Joure om het leven kwam.