We vroegen fotograaf Theo Baart om een serie te maken van plekken die volgens hem opvallen vanwege de ruimtelijke ingrepen die er nu al te zien zijn of in de maak zijn. Theo vertelt in woord en beeld wat hem opvalt bij de gerealiseerde ruimtelijke kwaliteit, onder het motto ‘wat je ziet dat zijn wij’. Deel 8: Defensielandschappen. Wat betekent Ruimte voor Defensie in – onder meer – Schaarsbergen (Oranjekazerne en Deelen) en Zuidelijk Flevoland (nieuw geplande kazerne bij Zeewolde)? Hoe vult Defensie op dit soort bestaande plekken en voorkeurslocaties haar zelfbenoemde rentmeesterschap in? 

Beeld: Theo Baart

Gebouw 356 op Valkenburg: een oud defensiegebouw dat in opdracht van de Rijksvastgoedbedrijf is getransformeerd door het architectenbureau SuperUse Studios met bouwmateriaal 'geoogst' bij woningbouwrenovatie.

Het Nederlandse landschap ligt vol met restanten uit ons militaire verleden. Zo heb ik als zesjarige leren zwemmen in een zwembad dat aangelegd was in een brede sloot langs een dijk aan de rand van ons dorp. Veel later begreep ik dat ik had leren zwemmen in het kanaal naast de Geniedijk, onderdeel van de Stelling van Amsterdam. En nog later dat de Stelling van Amsterdam met al zijn gevarieerde ruimtelijke ingrepen misschien wel een markant voorbeeld was van gebiedsontwikkeling avant la lettre. Als je goed kijkt, zie je dat we leven in een historisch defensielandschap. De voormalige stadsmuren die plaatsgemaakt hebben voor ringwegen, bolwerken die parken werden, tankgrachten die rondwegen werden. De lijst is eindeloos. 

Beeld: Theo Baart

Vliegveld Twente: bunkers waar F16’s in stonden, zijn verbouwd tot bedrijfsruimten.

Tijdelijke claim

Defensielandschappen worden op een gegeven moment weer teruggegeven aan de samenleving. Oorlogsvoering verandert door technische ontwikkelingen, gebouwen slijten, de vijand verandert zijn strategie. De Stelling van Amsterdam was al achterhaald toen het werd opgeleverd in 1920. De ring met verdedigingswerken rondom Amsterdam kon na oplevering moeiteloos geslecht worden met kanonnen die grote afstanden konden overbruggen en het vliegtuig was een nieuw militair middel dat geen last had van dijken, forten en het onderwater laten lopen van stukken land. Die technische innovaties hadden de bedenkers van de stelling niet voorzien. Lang werd de stelling gezien als een aangespoelde walvis op het strand. Kon je er iets mee? De forten werden gebruikt door de schietvereniging, voor het opslaan van brandgevaarlijk filmmateriaal, en wijn en kaas doen het ook goed in een fort.

Nu is de Stelling van Amsterdam een schitterend landschappelijk en historisch element in het metropolitane landschap van Groot-Amsterdam dat terecht bescherming krijgt als Unesco erfgoed. Het Nederlandse defensielandschap roteert. Er is een periode van een ruimtelijke claim: een hek om een gebied en een bewaakte toegangspoort. Na verloop van tijd komen gebouwen en terreinen weer beschikbaar en worden nieuwe gebieden bestemd voor Defensie, ingericht volgens de laatste inzichten. Het hek om de defensieterreinen wordt steeds verplaatst.

Beeld: Theo Baart

In de Oost-Flevopolder tegenover Nijkerk ligt de nieuwe locatie Zeewolde-Spiekweg waar een nieuwe kazerne komt.

Camouflagelandschap

In Schaarsbergen ten noorden van Arnhem ligt een interessant voorbeeld van dat roterende defensielandschap. Het krimpt, zet uit, laat sporen na die aanleiding zijn voor burgerinitiatieven en claimt ook weer ruimte voor een nieuw defensieprogramma. Toen de Duitsers Nederland veroverden in mei 1940 namen ze plannen mee voor het vergroten van een bestaand militair vliegveld tot een enorm militair complex bij Schaarsbergen. In no-time werd na de Nederlandse overgave een vliegveld met hangars, verblijfsruimten, wegen en een spoorweg voor het vervoeren van bommen gebouwd. Een ongekende inspanning die grotendeels tegen betaling werd uitgevoerd door Nederlandse aannemers. Dit vliegveld werd Fliegerhorst Deelen genoemd. De vijand werd zand in de ogen gestrooid door het vanuit de lucht eruit te laten zien als een oerdegelijk Hollands agrarisch landschap. De versterkte verblijfsruimten voor militairen werden gebouwd als boerderijen, met dikke betonnen uren en luiken van staal in plaats van hout. De typologie van deze boerderijen was niet bepaald streekgebonden maar vermoedelijk was de vooronderstelling dat de overvliegende vijand, in eerste instantie Britse piloten, daar geen oog voor zouden hebben. De landingsbaan werd aan beide zijden met groene verf teruggebracht tot een breedte van een landweg. De woeste grond werd evenwijdig langs de landingsbaan ingericht als landbouwkavels. Er werd ook een enorme bunker gebouwd: Diogenes (zelden heb ik zoveel beton op zo’n klein oppervlak gezien), waar binnen in een theateropstelling de Blitzmädel (Duitse vrouwelijke militairen) de radargegevens op een enorm transparant scherm projecteerden. Aan de andere kant van het transparante scherm zaten officieren die, gebaseerd op de geprojecteerde data, Duitse piloten en luchtafweerpersoneel informeerden over de koers van de vijandelijke vliegtuigen. Over de bunker lagen netten die de betonnen puist aan het oog onttrokken. Hier, vlak bij Arnhem, was ogenschijnlijk niets aan de hand. Hans Jungerius noemt dat in zijn fascinerende boek over Fliegerhorst Deelen een camouflagelandschap. De landschapsinrichting had tevens een sterke ideologische component die volgens kenners onderbelicht is en nader onderzoek verdient. 

Beeld: Theo Baart

In de Oostelijke Flevopolder tegenover Nijkerk ligt de nieuwe locatie Zeewolde-Spiekweg waar een nieuwe kazerne komt.

Vredesdividend

Toen de Duitsers verslagen waren werd Fliegerhorst Deelen in gebruik genomen door de Canadezen. Die stalden hier overtollig militair materieel dat voor een deel zijn nieuwe bestemming kreeg in de Nederlandse samenleving als brandweerwagen of vrachtwagen. Na drie jaar kreeg de Nederlandse Defensie het gebied van 3.000 hectare in handen. Inmiddels was de geopolitieke situatie veranderd. De Sovjet-Unie, diep doorgedrongen in Oost-Europa, werd gezien als een bedreiging voor West-Europa. De als boerderij verpakte bunkers met stalen luiken en dikke muren werden nu bewoond door Nederlandse militairen. Er kwamen nieuwe gebouwen bij (zoals legeringsgebouwen, waar militairen overnachten) en grote hallen voor het rijdend materieel. Niets geen camouflage meer want iedereen wist nu wel waar de kazernes in Nederland lagen. Het streng bewaakte hek bleef.

Beeld: Theo Baart

Op vliegveld Twente veranderde het voormalige kazerneterrein in woonwijk.

Woongemeenschap te midden van militair erfgoed

Na het instorten van de Sovjet-Unie en het herstel van de vrijheid in Oost-Europa leek de dreiging vanuit het Oosten te zijn verdwenen. Defensie moest flink bezuinigen en dat betekende ook het afstoten van defensieterreinen in Nederland. Zo werden de vliegbases Twenthe en Valkenburg afgestoten, evenals een deel van Schaarsbergen en Soesterberg. Vredesdividend werd dat genoemd. Aan de Koningsweg, dat dwars door het militaire gebied van Schaarsbergen loopt, ging een aantal kunstenaars en ontwerpers aan de slag. Zij verbouwden de woonruimten voor de Blitzmädel die in de bunker Diogenes werkten tot schitterende woonhuizen. Tegenover dit militair erfgoed kwamen nieuwe woningen. Sommige militaire gebouwen waren geschikt als atelier. Indachtig het camouflagelandschap kwamen er follies op het terrein. Een folly komt voort uit de Engelse landschapsstijl. Het is een gebouwtje, meestal bedoeld als een decoratief element verwijzend naar de oudheid of anderszins een wat atypische constructie in de bestaande context. Hier, op wat al snel de naam Buitenplaats Koningsweg kreeg, zijn de follies vakantiehuisjes die kunnen worden gehuurd, en die bijzondere architectonische uitingen zijn geworden. Ze liggen in schitterende natuur die door zeventig jaar defensiegebruik perfect is geconserveerd. Het gehele militaire terrein was inmiddels tot ‘s lands grootste rijksmonument verklaard. Dat betekent niet dat alles onder een glazenstolp is geplaatst en er niets meer kan maar wel dat er bijzonder omzichtig moet worden omgegaan met het militaire en landschappelijk erfgoed. Het voortschrijden van de tijd en het nadenken over wat erfgoed is, heeft het mogelijk gemaakt om zelfs de door de Duitse bezetter met duistere intenties gecreëerde gebouwen en bunkers als betekenisvol onderdeel te zien van onze geschiedenis – erfgoed dat het waard is om te koesteren.

Beeld: Theo Baart

De kazerne bij Schaarsbergen is door de Duitse bezetter ingericht als een camouflage landschap met bunkers vermomd als ‘boerderijen’.

Ruimte voor Defensie

Toen de verbouwing van Buitenplaats Koningsweg op dreef was, ramde de pendule van de geschiedenis weer de andere kant op. Rusland viel in 2022 de soevereine republiek Oekraïne binnen. Het Westen was hier slecht op voorbereid. De wederopbouw van de Europese defensie moet in hoog tempo worden aangepakt. Zo heeft Defensie naast een forse budgetverhoging weer meer ruimte nodig in het overvolle Nederland. Ruimte voor Defensie heette de notitie  die in 2023 verscheen. Daarin werd aangekondigd dat in samenhang en afgewogen met andere ruimtelijke doelstellingen naar plekken wordt gezocht waar Defensie bijvoorbeeld nieuwe kazernes kan bouwen. Zo kwam ook de voormalige Fliegerhorst Deelen - tegenwoordig cluster Schaarsbergen - weer in beeld (met o.m. de Oranjekazerne). Hier is tegenwoordig een deel van de Luchtmobiele Brigade gelegerd. Over de voorkeurslocaties in (de ontwerpversie van) het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie, beslist het kabinet in december 2025.

Beeld: Theo Baart

De kazerne bij Schaarsbergen is door de Duitse bezetter ingericht als een camouflage landschap met bunkers vermomd als ‘boerderijen’.

Wederkerigheid en ruimtelijke kwaliteit

Het vastgoedonderdeel van het ministerie van Defensie is na een reorganisatie ingebracht in het Rijksvastgoedbedrijf, de uitvoeringsorganisatie voor de herinrichting van cluster Schaarsbergen. Defensie is de gebruiker en de eerste belanghebbende. Het Rijksvastgoedbedrijf en Defensie spraken met allerlei overheden en belangenorganisaties. Werd vroeger al het onderzoek en ontwerpen in huis gedaan, nu wordt dat deels aanbesteed. Ook dat is een teken van voortschrijdend inzicht in een samenleving die totaal anders georganiseerd is dan tijdens de Koude Oorlog. Geen top-down proces, Defensie staat niet met de rug naar de samenleving, en benut expertise van buiten de organisatie. Bij cluster Schaarsbergen is er sprake van een flink aantal te nemen hindernissen. De monumentenstatus is mooi, maar levert ook beperkingen op. De ecologische uitdaging is niet gering. En de ligging van een enorm defensieterrein met een landingsbaan vlak bij een grote stad kan ook zo zijn gevolgen hebben.

Voor externe ontwerpers is de eerste stap in het ontwerpproces het inzichtelijk maken wat het specifieke defensieprogramma op een locatie behelst. Hoe werkt alles en hoeveel ruimte vraagt dat? Daarna komt de fase van het koppelen daarvan aan de beschikbare ruimte. Past het überhaupt op die plek? Dan pas begint het ruimtelijke ontwerpproces en speelt ook esthetiek en ruimtelijke kwaliteit een rol. Om de maatschappelijke draagbaarheid van defensieactiviteiten binnen de samenleving te vergroten, moet Defensie ook ruimtelijk gezien kwaliteit teruggeven. Al is dat in eerste instantie voor de gebruikers. Ook al staat om grote delen van het gebied om begrijpelijke redenen een hek, dit hoort bij gebiedsontwikkeling. Daarnaast is de impact van een kazerne ook buiten de hekken merkbaar. De geschiedenis toont ons dat ook hier ooit, wellicht gedeeltelijk, het terrein weer vrijgegeven wordt, en dat de hekken worden verplaatst. Opmerkelijk genoeg behoort Defensie misschien wel tot de beste beschermers van natuur en biodiversiteit. Het terrein hier wordt in ieder geval maar zeer beperkt gebruikt, het is er ‘s nachts donker en er zijn relatief weinig gebouwen en bewegingen van voertuigen. Het is misschien niet altijd stil, maar het is er wel rustig. Die conserverende werking met heel bijzondere natuur als resultaat kun je zien als een wederdienst aan de samenleving.

Beeld: Theo Baart

De kazerne bij Schaarsbergen is door de Duitse bezetter ingericht als een camouflage landschap met bunkers vermomd als ‘boerderijen’.

Meebewegen en samenwerken 

In de eerste plannen was het de bedoeling dat bij Schaarsbergen agrarische gronden die tegen het hek van het militair vliegveld aanlagen zouden worden ingezet voor het nieuwe defensieprogramma, in de vorm van een nieuwe moderne kazerne. Uit het lexicon van de ruimtelijke ordening wordt voor zo’n benadering de term ‘dubbele doelstelling’ gebruikt: met één handeling meerdere doelen realiseren en zo de schaarse ruimte optimaal benutten. Op de uitgeputte akkers zouden nieuwe faciliteiten en legeringsgebouwen kunnen worden gebouwd. Het zuidelijke deel met de ‘boerderijen’ zuidelijk van de Koningsweg zou dan vrijkomen voor herontwikkeling als bijvoorbeeld woonwijk of natuur- en recreatiegebied. Defensie zou voor dat deel bevrijd zijn van de beperkingen die voortkomen uit de monumentenstatus. Er kan dan ruimte ontstaan voor natuurherstel en recreatie aan de zuidkant van het kazernegebied. Vervolgens zou dat kunnen worden ontsloten voor de bewoners en recreanten als er een fietsbrug over de A12 zou worden aangelegd. In ieder geval zou dit deel een publieke plek worden: winst voor de omgeving. 

Dit eerste plan van H+N+S/Van Wageningen haalde het uiteindelijk niet doordat er weerstand ontstond bij verschillende bestuurders en bewoners. "Arnhem is niet tegen Defensie, maar vóór natuur", stelde een wethouder destijds. Het samenwerken en meebewegen bij ingrijpende veranderingen in een overvol land valt nog niet mee. Deze bestuurlijke realiteit was aanleiding voor een nieuw plan waarin alles moet worden opgelost binnen de bestaande hekken. In dit tweede plan is er ruimtelijke schaarste waardoor er hogere volumes moeten worden gebouwd. Er worden ‘volumes gestapeld’ en er wordt geparkeerd onder de gebouwen. De in bedrijf zijnde kazerne zal lang een bouwput zijn met een ingewikkelde fasering tot gevolg. Wat niet wil zeggen dat binnen de hekken geen goede ontwerpen kunnen worden uitgevoerd. Het tweede plan voelt – ondanks de goede bedoelingen van Defensie - veel minder als een samenhangende benadering waarbij zowel de militairen als de burgers van profiteren. Misschien is dit - de ruimtelijke opgaven in samenhang en afwegend met andere belangen - wel de grootste uitdaging van het nieuwe programma van Defensie voor het (her-)ontwikkelen van militaire terreinen. 

Beeld: Theo Baart

De Christus Koning kapel ligt buiten het hek om de kazerne maar de gebouwen zijn wel eigendom van het ministerie van defensie. Gezocht wordt naar een functie van deze gebouwen waar defensie en samenleving bij elkaar komen.

Koppelkansen

Een tabula rasa-benadering is onmogelijk. Zelfs een nieuwe kazerne bouwen in – bijvoorbeeld - het ogenschijnlijk lege Zuidelijk Flevoland (Zeewolde-Spiekweg) heeft consequenties voor een groter gebied. Kan de brug over het randmeer bij Nijkerk het zware verkeer wel aan? Dat is waarschijnlijk nu al een probleem. Hoe zorg je dan dat de nu al overbelaste rijksweg A28 de extra verkeersstromen verwerkt. Op welke plaatsen in de omgeving gaan de militairen die hier worden gelegerd zich richten in hun vrije tijd? Gaan ze naar Zeewolde of naar Nijkerk? Schaarsbergen ligt hoog en droog, maar de locatie in de Flevopolder in een diepe natte kuil, vier meter onder zeespiegel. Waterveiligheid wordt alleen maar urgenter. De komst van de kazerne biedt volop kansen die ook winst opleveren voor de omgeving. Tel alle betrokken overheden en belangenorganisaties eens bij elkaar op en bedenk dan hoe zo’n proces efficiënt, snel en gericht op ruimtelijke kwaliteit moet verlopen.

De terugtocht van het bezoek aan Schaarsbergen naar het NS-station van Ede laat zien hoe goed militair erfgoed kan worden gebruikt voor andere doelstellingen. Voormalige legergebouwen van de Maurits Kazerne en vijf andere kazernes in Ede-Oost zijn onderdeel geworden van nieuwbouwwijken.  Het oude defensievastgoed geeft een stedelijk element aan de nieuwbouwwijken en het voormalige in het bos gelegen defensieterrein geeft de wijk een parkachtig karakter. Vergelijkbaar met de bolwerken die in de 19e eeuw gebruikt werden voor het bouwen van villawijkjes. De vraag die mij bij blijft hangen: kunnen wij deze onvoorziene globale wending aangrijpen als een onverwachte kans om gebieden die lang op slot zaten succesvol te herontwikkelen. De militairen geven waar ze concreet bij gebaat zijn, en de samenleving – naast het onvermijdelijke ongemak – mee laten profiteren van de ruimtelijke stoelendans.  Om dan toch maar het ruimtelijk jargon te gebruiken: koppelkansen zien en benutten. Ze liggen voor het oprapen.

  1. Gebouwtje tussen de bomen.
    Een follie genaamd ‘Dolmen’ van Space Encounters. Op de Buitenplaats Koningsweg, onderdeel van het kazerneterrein dat vrij gekomen is na betuiningen bij Defensie.
  2. Gebouwtje tussen de bomen.
    Een follie genaamd 'NEST' en is van NAMO Architecure en i29 Architects. Op de Buitenplaats Koningsweg.
  3. Gebouwtje tussen de bomen.
    Een follie genaamd 'Spothut de Joffers" en is naar ontwerp van Korteknie Stuhlmacher Architecten. Op de Buitenplaats Koningsweg.
  4. Donkere bunker.
    Bunker Diogenes waar de Blitzmädel gebaseerd op radarsignalen de luchtverkeersleiding informeerden over de vliegbewegingen van de geallieerden.