Vier rijksprogramma's varen één koers in Zuid-Limburg
Praktijkverhalen
Vier grote rijksprogramma's werken in Zuid-Limburg samen vanuit één gezamenlijke gebiedsagenda. Marjolein Jansen, directeur-generaal Ruimtelijke Ordening bij het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), en Arne van Hout, directeur-generaal Openbaar Bestuur en Democratische Rechtsstaat bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), vertellen hoe dat in de praktijk werkt. Welke successen zijn er al geboekt en waarom maken vertrouwen en korte lijnen het verschil?

“Het mooiste resultaat vind ik dat collega’s vanuit de regio me nu gewoon bellen als ze ergens mee zitten”, zegt Jansen. "Dat laat zien dat er vertrouwen is dat we elkaar snel weten te vinden. En dat is precies wat je wilt bereiken met zo'n integrale samenwerking."
Zuid-Limburg is in meerdere opzichten een bijzondere regio. Vier grote rijksprogramma’s komen er samen: de Regio Deals, het NOVEX-programma, het Nationaal Programma Vitale Regio's (NPVR) en het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). Anders dan elders koos de regio voor één gezamenlijke gebiedsagenda als vertrekpunt: de Agenda Zuid-Limburg. Dat voorkomt versnippering en maakt het mogelijk om rijks- en regionale opgaven écht in samenhang aan te pakken.
Jansen (VRO) en Van Hout (BZK) vertellen over hun rollen, de unieke opgaven in Zuid-Limburg, de opbrengsten van de Agenda Zuid-Limburg en de lessen voor andere regio's.
Een regio met nationaal belang
Voor Jansen begint de betrokkenheid bij Zuid-Limburg bij een concreet economisch zwaartepunt: “Met het chemisch cluster rondom Chemelot hebben we hier een concentratie van bedrijvigheid die van nationaal belang is. In de nieuwe Nota Ruimte, die naar verwachting eind september of begin oktober verschijnt, benoemen we dat ook expliciet. Om in al die ruimtelijke ontwikkelingen een goede partner te zijn moeten wij ons als nationale overheid anders opstellen.”
Toen bij de start van het huidige kabinet de Regio Deals verhuisden van de portefeuille van Van Hout naar die van Jansen, bleven de betrokken ambtenaren werken binnen BZK. “Dat maakt het makkelijker om bestuurlijke samenwerking te koppelen aan opgaven in het fysieke domein”, legt Jansen uit. “We proberen ook de brug te slaan naar het sociaal domein. Dat is nog best een uitdaging, maar wel de kern van deze samenwerking.”
Een kruispunt van programma's en belangen
Van Hout beschrijft zijn portefeuille als een ‘kruispuntenportefeuille’: “Ik heb te maken met veel onderwerpen waar verschillende departementen bij betrokken zijn. Ruimtelijke Ordening (RO) is ook zo'n kruispunt: het verbindt allerlei domeinen.”
Zijn betrokkenheid bij Zuid-Limburg is meervoudig: “Ik ben verantwoordelijk voor de mensen van de Regio Deals en het NPLV, en ik ben beleidsinhoudelijk verantwoordelijk voor het NPVR. Voor Zuid-Limburg was het logisch om ook rijksvertegenwoordiger te worden voor beide programma's. Ik was dat al voor het NPLV in Heerlen-Noord. Omdat de regio meerdere complexe vraagstukken kent, heb ik ook het NPVR erbij genomen.”
Specifieke opgaven: ligging, contrasten en historie
Zuid-Limburg is geen doorsnee regio. Van Hout: “Het heeft maar een beperkte grens met de rest van Nederland; het overgrote deel grenst aan Duitsland en België. Daarbij ligt het ver van andere Nederlandse stedelijke centra. Maar als je Luik en Aken meerekent, is het juist een sterk verstedelijkt gebied. Voor de rest van Nederland voelt het vaak ver weg en dat gevoel leeft andersom in de regio zelf ook.”
Daarnaast kent de regio grote verschillen in landschap en bestuurscultuur: “Je hebt er stedelijke gebieden, platteland en landelijk heuvelland, allemaal dicht bij elkaar. Dat zie je terug in de manier van besturen: meerdere bestuursculturen naast elkaar.”
De mijnhistorie drukt nog steeds een stempel: "Heerlen was door de mijnbouw ooit de rijkste stad van Nederland – rijker dan Amsterdam. Na de sluiting van de mijnen kelderde de economie er in enkele decennia. Dat was ontwrichtend voor de gemeenschap. De sociale effecten zijn nog steeds zichtbaar: naast welvarende gebieden zijn er wijken met grote sociaal-maatschappelijke problematiek.”

Extreme urgentie in sommige wijken
Die problematiek is soms zo extreem dat het haast onvoorstelbaar is. Van Hout: “Daar gebeuren dingen waar je haren van overeind gaan staan. Je ziet er voorvallen zoals kinderen die in een hondenmand slapen, omdat ouders niet meer overzien wat ze doen. Het analfabetisme is hoog en er zijn mensen die werkelijk geen idee hebben hoe ze hun leven moeten inrichten. De problematiek is soms zo omvangrijk dat die in bepaalde buurten vraagt om een specifieke sociale aanpak, met soms harde ingrepen. Natuurlijk bestaan er meer ingewikkelde wijken, maar dit is wel een erg uitzonderlijke situatie.”
Eén agenda, vier programma's
De keuze voor één gezamenlijke gebiedsagenda is volgens beiden cruciaal. Jansen: “Met één agenda kun je de opgaven in het fysieke domein, bestuurlijke vraagstukken en sociale uitdagingen verbinden. Dat vraagt erom dat we over onze eigen programmakaders heen kijken.”
Van Hout: “Het voorkomt dat ieder programma zijn eigen overlegstructuur optuigt. We bundelen capaciteit, middelen en energie. Dat helpt om sneller en gerichter te werken.”
Wat doet elk programma in Zuid-Limburg?
Regio Deals - richten zich op het verbeteren van leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers. In Zuid-Limburg gaat dit bijvoorbeeld om projecten die het ondernemersklimaat verbeteren, innovatie stimuleren en nieuwe banen creëren.
NOVEX - focust op verstedelijking rond mobiliteitsknooppunten, woningbouw, infrastructuur en vergroening. Rond het Chemelot-cluster lopen projecten voor verduurzaming van de industrie en ruimte voor economische ontwikkeling.
NPVR - werkt aan het versterken van de brede welvaart in gebieden met specifieke structurele uitdagingen. In Zuid-Limburg betekent dat onder meer investeren in onderwijs, bereikbaarheid en regionale samenwerking.
NPLV - richt zich op wijken met ernstige leefbaarheidsproblemen, zoals Heerlen-Noord, met aandacht voor woningverbetering, veiligheid en sociale voorzieningen.
Wat werkt goed en wat schuurt?
De integrale aanpak levert volgens Jansen en Van Hout duidelijke voordelen op. Jansen: “De gezamenlijke koers zorgt voor duidelijkheid, zowel binnen het Rijk als richting de regio. We komen niet met verschillende boodschappen. Dat geeft vertrouwen.”
Maar er zijn ook uitdagingen. Van Hout: “De financieringslijnen, looptijden en doelstellingen van de programma's verschillen. Je moet constant schakelen om dat op elkaar af te stemmen. Dat kost tijd en vraagt veel overleg.”
Jansen vult aan: “Sommige projecten kunnen snel starten, andere zijn afhankelijk van lange procedures of lokale besluitvorming. Dat vraagt om geduld, maar ook om creativiteit om de energie vast te houden.”
Concrete successen: van ondergrondse naar bovengrondse vakschool
Hoewel de Agenda Zuid-Limburg nog jong is, zijn er al tastbare resultaten zichtbaar. In Heerlen-Noord, waar de problemen het grootst zijn, wordt met steun van het NPLV en andere programma's gewerkt aan concrete oplossingen.
Van Hout is trots op een bijzonder initiatief: “Heel concreet: de bovengrondse vakschool. Je had vroeger vanuit de mijnen de ondergrondse vakschool voor mijnwerkers; daar moest iedereen naartoe. Ze hebben daar nu de bovengrondse vakschool opgericht, waarin mensen worden begeleid naar een betaalde baan. Daar komen sociale initiatieven bij, voor mensen die voorheen naast de arbeidsmarkt stonden en er nu ingetrokken worden. Educatie voor volwassenen. Je ziet daar echt mensen die een kans krijgen in het leven.”
Maar het begint al veel eerder: “Uiteindelijk bij de kinderen. Het doel is om steeds meer kinderen naar de voorschoolse opvang te krijgen, dus vóór de kleuterschool, zodat ze daar al beginnen met leren en niet met achterstanden op school beginnen. Daar zijn echt wel grote stappen gezet. Scholen, buitenschoolse opvang, ze werken allemaal samen. En het zijn partijen die van oudsher niet gewend waren om samen te werken.”

Bij Chemelot wordt geïnvesteerd in verduurzaming en innovatie, in samenwerking met kennisinstellingen en bedrijven. Jansen: “Dat past bij de NOVEX-aanpak, waarbij we ruimte maken voor economische ontwikkeling én werken aan klimaatdoelen.”
Was het Rijk nodig voor deze successen?
Zouden deze doorbraken er ook zonder rijksbetrokkenheid zijn geweest? Van Hout: “Deels wel, zeker bij de voorschoolse opvang. Maar sommige problemen vragen specialistische kennis die lokale partijen niet hebben. Die hebben wij als Rijk ingebracht. In Zuid-Limburg hebben we hen echt een zetje gegeven om samen op te trekken.”
Tijdelijk geld, blijvende structuur
Jansen ziet zowel voor- als nadelen van tijdelijke financiering: “Sommige vraagstukken vragen structureel geld, maar tijdelijk geld dwingt tot zelforganisatie. We hebben middelen ingezet voor programmamanagers en extra kennis. Uiteindelijk moeten regio’s het zelf doen.”
Het resultaat: een stevige basis die ook zonder extra rijksgeld kan voortbestaan. “We hebben niet de middelen om overal een Delta Rhine Corridor voor waterstof aan te leggen, maar het Rijk heeft zich wel gecommitteerd om dit op de agenda te houden. Waar er een jaar geleden nog spanning was, is er nu breed draagvlak. De regio weet dat er geen extra geld komt, maar de gezamenlijke prioriteit blijft overeind.”
Die continuïteit geldt ook bij politieke wisselingen, benadrukt Jansen: “Het ambtelijke netwerk moet bij elkaar blijven, want juist die ambtelijke organisatie werkt aan de opgave. Strategische uitvoeringsagenda’s, ondertekend voor de komende 10 á 15 jaar, zijn cruciaal. Ze zijn onderbouwd met kennis en betrokkenheid vanuit de regio en inwoners. Mensen begrijpen niet dat je na zo’n traject zou zeggen: we hebben een andere politieke kleur, dus we gaan nu iets heel anders doen.”
Vertrouwen als sleutel
Voor Jansen is het korter worden van de lijnen misschien wel het grootste succes: “Het is ook een structuur waarin je elkaar ziet, een structuur waardoor collega’s denken: ik kan jou even bellen. De drempel om even met Arne of met mij te bellen is echt een stuk lager geworden, waarbij je regelmatig de kans hebt om ze een zetje te geven. Bijvoorbeeld door ze in contact te brengen met de juiste partij. Dat zijn die kleine dingen die wel echt helpen."
Van Hout benadrukt dat het ook om persoonlijke verhoudingen gaat: “Het zit in dat vertrouwen, wat Marjolein zegt. Mijn voordeel was dat ik uit gemeenteland kwam. Tot 2,5 jaar geleden heb ik zowel in een plattelandsgemeente gewerkt met een heel plattelandsnetwerk, als daarna zes jaar in de stedelijke omgeving van Nijmegen. De kennis die ik daardoor heb van gemeenteland en het type gemeenten helpt. Daardoor ben je toch een van hen en zij merken dat je hen snapt. Het zit ook in dat soort dingen, in persoonlijke relaties. Het blijft mensenwerk wat we aan het doen zijn.”

Lessen voor andere regio's
Niet alles van deze aanpak is te kopiëren. Van Hout: “Hier is al een sterke regionale samenwerking, met duidelijke urgentie en bestaande structuren. In andere regio's moet je soms eerst die basis bouwen.”
Jansen ziet één les die overal geldt: “Eén gedeelde koers scheelt energie en versnelt besluitvorming. Maar dat vraagt dat iedereen bereid is zijn eigen belang af te stemmen op het gezamenlijke belang.”
Toekomstperspectief
De Agenda Zuid-Limburg kijkt vooruit tot 2050, met aandacht voor economie, verstedelijking, landschap, leefbaarheid en veiligheid. Het doel: brede welvaart voor alle inwoners.
Van Hout: “Het gaat er uiteindelijk om dat we werken aan brede welvaart. Niet alleen stenen stapelen, maar investeren in mensen en gemeenschappen.”
Jansen besluit: “Dit is natuurlijk een samenwerking tussen Rijk en regio. Uiteindelijk doe je het voor de inwoners. Het zijn gewoon onze inwoners van Nederland. Of dat nou in Amsterdam is of in Zuid-Limburg, dat mag niet uitmaken. Daar hoort dezelfde aandacht en kwaliteit van besturen en leven te zijn. Zuid-Limburg laat zien dat meerdere rijksprogramma's in één gezamenlijke aanpak kunnen werken. Soms is het ingewikkeld, maar het levert meer op dan de som der delen.”
Meer praktijkverhalen
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.