Publicatiedatum 25 september 2025

Overal in Nederland werken bewoners, ondernemers en overheden op regionale en lokale schaal aan oplossingen voor grote maatschappelijke opgaven. Die regionale initiatieven zijn vaak richtingaanwijzers voor landelijke keuzes over de ruimtelijke ordening van Nederland. In juli deed de beweging Wij Maken Nederland hiervoor een aanzet, vanuit het perspectief van de regio’s in Oost-Nederland. Zij startten daarmee het maatschappelijke debat over de (toekomstige) ruimtelijke ordening, voortbouwend op de recent vastgestelde Ruimtelijke Arrangementen tussen het Rijk en de provincies Gelderland en Overijssel. Tijdens de eerste dialoogsessie in Apeldoorn sprak Robert Wienk, docent en onderzoeker bij hogeschool Saxion, de onderstaande column uit, vanuit Twents perspectief en gericht op het boerenverstand.

Ondanks dat ik (voor mensen uit Twente) mijn Twents accent ben kwijtgeraakt, voel ik mij enorm verbonden met Twente. Ik loop met een warm hart door Twickel, mijn hart maakt een sprongetje als ik het Twents volkslied hoor en als ik bij iemand aan de keukentafel word uitgenodigd, doet dat me denken aan de keukentafel van mijn oma.

Ik ben mijn sterke verbondenheid met Twente gaan onderzoeken, en wat blijkt: de familie van mijn vaderskant komt sinds 1700 van ongeveer dezelfde vierkante kilometer. 170 jaar hebben ze op hetzelfde erf gewoond, onder de rook van Twickel, nu gelegen pal naast de A35. De rest van mijn stamboom komt uit Saasveld, Hertme, Bentelo en Hengevelde, met Hengelo als middelpunt. Niet zo gek dus dat mijn wortels diep in Hengelo liggen. We hebben het geprobeerd in Arnhem, ik kom vaak en graag in Berlijn, maar ik kom altijd terug in Hengelo. En deze diepgeworteldheid is een kans, want die voel ik niet alleen bij mezelf, maar ook bij anderen die ik tegenkom.

Bij een conferentie in het stadion van FC Twente, die ging over de bodem en ondergrond van Twente, zag ik deze diepgewortelde verbinding bij alle aanwezigen. De een sprak vakmatig over de bodemopgaven voor Twente, de ander benadrukte hoe belangrijk het is om Twente voor te bereiden op de toekomst – en allemaal spraken ze vol liefde over Twente.

Helaas lukt het nooit om deze twee werelden – de wereld van het vakmatig vooruitkijken naar de toekomst van de regio en de wereld van het met liefde terugkijken naar de verbinding die je voelt met diezelfde regio en plek – te verbinden. Deze verbinding kan, in een tijd waarin het draait om nu en om kortetermijndenken, een nieuw verbindend perspectief bieden.

Ik nodig iedereen van harte uit om het afstudeerwerk van Daan de Jong te lezen, waarin hij het begrip everywhen poneert als begrip om verleden, heden en toekomst met elkaar te verbinden, op basis van een oud Maori-gezegde: “Ik loop achterwaarts de toekomst in met mijn ogen gericht op het verleden”. Deze inheemse benadering kan in een systeemwereld van visies en regels – waarin verleden, heden en toekomst vooral opeenvolgend zijn – nieuwe perspectieven bieden.

Deze nieuwe perspectieven kunnen ook de brug vormen tussen plannenmakers, plannenuitvoerders, plannentoetsers, ondernemers, bestuurders en bewoners als zij nadenken over de toekomst van het gebied waarmee zij zich verbonden voelen. Deze nieuwe benadering zouden we in Twente boerenverstand noemen, denk ik. En in deze context van toekomstdenken zou ik het definiëren als de interne logica van een plek. Een boer noemt dat boerenverstand, een ontwerper noemt het genius loci en een plantoetser noemt het een randvoorwaarde.

Maar waar ik vooral voor wil pleiten is, dat we in alle gesprekken ook onze verbondenheid met de plek waar we over praten serieus nemen, te beginnen vanaf vandaag.