Publicatiedatum 10 november 2025
Floor Milikowski is journalist, sociaal geograaf en auteur van de bestsellers Van wie is de stad (2018), Een klein land met verre uithoeken (2020) en Wij zijn de stad (2021). In haar nieuwe boek 'Contouren van een nieuw land’ pleit ze voor het omarmen van lokale toekomstvisies en -plannen. Hier is collectieve moed en gedeeld vertrouwen voor nodig. We vroegen haar om dit pleidooi kracht bij te zetten via deze gastcolumn.
Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan.
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.
Zo ving Hendrik Marsman negentig jaar geleden in minder dan tachtig woorden de ziel van ons land. Weidse vergezichten, strakke bomenrijen, grijze wolken en altijd en overal het water. Wij en het water, er is niets fundamenteler dan dat.
"Ik besef eens te meer dat Nederland geen vaststaand feit is, het is een beslissing", schreef journaliste Tracy Metz tien jaar geleden. "Een landschap dat door mensenhand is gemaakt – handen met eelt en blaren – en dat tot in lengte van jaren door hun nazaten zal moeten worden onderhouden en vernieuwd."
Beeld: Holwerdaanzee.nl
Een dorp dat zijn zee verloor
Precies twee-en-een-half jaar geleden reed ik met de auto vanuit Amsterdam naar het uiterste noorden van Friesland. Ik was op weg naar Holwerd, een idyllisch dorpje dat ooit aan de Waddenzee lag, maar dat door een eeuwenlang proces van inpoldering, landwinning en het verleggen van de dijk op grote afstand van de zee is komen te liggen: tussen de kerk en het water ligt nu drie kilometer aan landbouwgrond. Holwerd verloor zijn relatie met het water, er kwam een einde aan de visserij en aan de handel over zee. Geleidelijk aan kwam het dorp terecht in een neerwaartse spiraal, die in de afgelopen decennia versnelde. Jongeren trekken weg, voorzieningen verdwijnen, panden staan leeg en werkgelegenheid is er nauwelijks. Bovendien worstelen boeren met verzilting, waardoor de gewassen die ze gewend zijn te verbouwen minder goed groeien.
De geboorte van een plan
Wat te doen als je dorp wegkwijnt en niemand een oplossing weet? Als de hoogtijdagen uit het verleden steeds verder uit beeld raken en de aanknopingspunten voor de toekomst niet helder zijn? Leg je je daarbij neer? Laat je het gebeuren? Of sta je op en ga je aan de slag? Dat laatste deden vier mannen uit Holwerd, inmiddels bekend als de bedenkers van Holwerd aan Zee. Naar eigen zeggen troffen ze elkaar op een dag in de kroeg en kwamen op het idee om een plan te smeden voor de toekomst voor hun dorp. Een plan dat niet uitgaat van de zwakte van de plek maar juist van de kracht. Een plan dat voortborduurt op het verleden maar dat tegelijkertijd de blik radicaal verlegt naar de toekomst.
Ze gingen in gesprek met medebewoners, ondernemers, boeren, natuurexperts en andere specialisten. Vervolgens legden ze hun bevindingen voor aan landschapsarchitect Harro de Jong, die de losse bouwstenen wist samen te brengen in een plan van ongekende schoonheid en kwaliteit. Dat plan begint met het doorbreken van de Waddendijk, waardoor het zoute zeewater weer richting het dorp stromen. Onderweg levert het water als vanouds vruchtbaar slib af op de landbouwgronden, zodat boeren kunnen overstappen naar zilte landbouw. Tussen het dorp en de zee ontstaat weer een landschap waarin zoet en zilt vloeiend in elkaar overgaan. Langs het water groeit nieuwe natuur, met unieke ecosystemen die een trekpleister zijn voor duurzame vormen van toerisme en recreatie. Het dorp zelf komt weer aan het water te liggen, als kloppend hart van een gebied dat de veranderingen, onzekerheden en vraagstukken van de tijd heeft omarmd als fundament voor een bloeiende toekomst.
"Om Holwerd aan Zee te realiseren zijn een fysieke en een mentale doorbraak nodig. De eerste is niet zo moeilijk, de tweede blijkt het grootst."
Twaalf jaar wachten
Hoewel het plan voor Holwerd aan Zee al twaalf jaar op tafel ligt, van alle kanten wordt geprezen en bewonderd en er al vaak een definitief akkoord binnen handbereik was, bestaat het vooralsnog enkel op papier. Iedere keer dat het eindelijk lijkt te gaan gebeuren, is er wel een instantie, organisatie of belanghebbende die met de hakken in het zand gaat staan. De ene keer is het LTO, een andere keer het ministerie en dan weer de provincie. Een van de grootste obstakels om te overwinnen, is het wantrouwen bij ambtenaren en bestuurders ten opzichte van de kennis en expertise van ‘gewone mensen’, zei Marco Verbeek, een van de initiatiefnemers, toen ik hem twee jaar geleden bezocht. Het kan toch niet zo zijn dat vier mannen uit Holwerd zomaar zo’n groot plan maken?
Maar waarom eigenlijk niet? Waarom veronderstellen we dat mensen in een kantoor op een ministerie beter zicht hebben op de materie dan mensen die al hun hele leven in het gebied wonen? Waarom durven we wel te vertrouwen op een beleidsnota die op afstand is gemaakt, maar niet op een toekomstvisie die is gebaseerd op theoretische en praktische kennis die in de loop van eeuwen is opgebouwd binnen de lokale gemeenschap? Om Holwerd aan Zee te realiseren zijn er twee doorbraken nodig, zei Marco Verbeek, een van de initiatiefnemers toen ik hem twee jaar geleden bezocht: een fysieke en een mentale. De eerste is niet zo moeilijk, zei hij. De tweede blijkt het grootste obstakel.
Durf om te vernieuwen
Het verhaal van Holwerd aan Zee staat niet op zich. Het is het verhaal van de dromers, ontwerpers en pioniers die zien hoe we het land zo kunnen aanpassen dat het klaar is voor de toekomst en van de mensen aan de knoppen die (nog) niet durven te geloven dat er een andere werkelijkheid en een andere weg mogelijk is. Er is niets dat deze botsing beter illustreert dan het doorbreken van een dijk, een fundament van ons bestaan als land. Wie geeft ons de garantie dat het goed uit zal pakken? Hoe weten we zeker dat we de studies, berekeningen en ontwerpschetsen kunnen vertrouwen? Is het in deze onzekere tijd wel verstandig om te vertrouwen op mensen met een grote verbeeldingskracht, of kunnen we beter vasthouden aan beproefde concepten en processen die we goed kennen?
Deze botsing vormt ook een van de meest ingewikkelde vraagstukken van deze tijd. Onzekerheid maakt angstig en wie angstig is, klampt zich het liefste vast aan oude zekerheden. Terwijl deze tijd juist vraagt om vernieuwing, vooruitgang, experiment en avontuur. We hebben juist nu behoefte aan pioniers, denkers en bestuurders die de verbeeldingskracht, de kennis en de moed hebben om het onbekende te verkennen en stapje voor stapje de weg voorwaarts te plaveien.
De toekomst vraagt om moed
Waar deze combinatie toe kan leiden, zag ik in hier om de hoek, in de wijk EVA Lanxmeer. Op de plek waar veertig jaar geleden een maisveld lag, ligt nu een van de meest bijzondere woonwijken van het land. Door een unieke samenwerking tussen de vastberaden pionier en vrijdenker Marleen Kaptein, de gemeente Culemborg, de provincie Gelderland, het waterbedrijf en het energiebedrijf, ontstond hier een volledig duurzame wijk die is ingebed in het oorspronkelijke landschap en waar de natuur tot bloei is gekomen. In plaats van privétuinen zijn er gedeelde tuinen vol picknicktafels en provisorische speeltoestellen, slingerende paden en een appelboomgaard. Er is een energiecoöperatie, een collectief beheerd warmtenet en een stadsboerderij aan de overkant van de weg.
Volgens Kaptein is hier in Culemborg ‘alles uit de hemel komen vallen. "De stad heeft zich totaal opengesteld voor de mogelijkheden”, vertelde ze me. Het plan waar ze al jaren aan werkte en schaafde, waarin mens en natuur, de fysieke en de sociale omgeving waarin we leven, het landschap en de bebouwing vloeiend in elkaar overgaan, zou nooit zijn uitgevoerd als die ene ambtenaar, die ene wethouder, die ene bestuurder van het waterbedrijf het niet had aangedurfd om het anders te doen.
Zijn we bang voor de toekomst of omarmen we de mogelijkheden die de huidige urgentie biedt? Laten we ons leiden door doemscenario’s en wanhoop of durven we het aan om ons te laten verleiden door hoopvolle, optimistische toekomstbeelden? Niet uit naïviteit maar juist uit realisme en noodzaak. Zeven jaar geleden publiceerde het College van Rijksadviseurs het Panorama Nederland. Het is een inspirerend verhaal in woord en beeld dat laat zien waar de combinatie van kennis, ambitie en verbeelding ons kan brengen. Landschappen kunnen mooier worden, woonwijken groener, levendiger en gezelliger, plattelandsregio’s vitaler en ecologisch rijker, de economie weerbaar en de samenleving meer verbonden. Ook het plan Nederland in 2120 van Wageningen University biedt een mooi en helder perspectief voor de toekomst en de onlangs verschenen Nota Ruimte is een bijzonder waardevol document op weg naar een vernieuwd Nederland. Maar hoe zorgen we dat de mooie plannen en visies werkelijkheid worden?
Holwerd aan Zee is slechts een van de honderden, misschien wel duizenden plannen en visies die verspreid over het land op bureaus, in lades, op laptops en in gedachten liggen te wachten. Maar durven we het aan? Ik heb er het volste vertrouwen in. Maar dat vraagt om moed. Moed van burgers, beleidsmakers, ondernemers, ontwerpers, bestuurders en van u, politici. Juist nu hebben we collectieve moed nodig en een gedeeld vertrouwen dat we als samenleving in staat zijn om de opgaven van vandaag te gebruiken om een nog mooier, duurzamer, krachtiger en vitaler land te bouwen dan het land dat we nu hebben. Zo hebben we dat hier altijd gedaan en ik ben ervan overtuigd dat we dat ook nu weer zullen doen. Want we weten allemaal: God schiep de aarde, de Nederlanders maakten hun eigen land.
