Waar kijken we naar?
Praktijkverhalen
De afdeling Ruimtelijke Kwaliteit vroeg fotograaf Theo Baart om een serie te maken van plekken die volgens hem opvallen vanwege de ruimtelijke ingrepen die er nu al te zien zijn of in de maak zijn. Theo vertelt in woord en beeld wat hem opvalt bij de gerealiseerde ruimtelijke kwaliteit, onder het motto ‘wat je ziet dat zijn wij’. Deel 1: Schiphol Trade Park. De verdozing van Nederland wordt door velen gezien als een ongewenste ruimtelijke ontwikkeling. Bedrijventerreinen worden groter, net als de daarop geplaatste panden. Als het dan toch moet, hoe doe je het dan zo goed mogelijk?

Ten zuiden van Hoofddorp vlakbij de Geniedijk, onderdeel van de Stelling van Amsterdam, ligt de Rijnlanderweg. Dat is een boerderijweg met de breedte van twee elkaar passerende boerenkarren in de ooit zo karig ingerichte Haarlemmermeerpolder. Aangezien dit stuk land onder de aanvliegroute naar de Kaagbaan van Schiphol ligt, kunnen hier geen woningen worden gebouwd maar een grootschalig bedrijventerrein behoort wel tot de mogelijkheden.

Van grond naar visie
Op deze plek hadden eind vorige eeuw verschillende partijen grondposities om zo deel te kunnen nemen aan nieuwe ontwikkelingen. Dit alles vroeg om coördinatie en visie. De eerste actie was om al die grondposities in te brengen bij de al bestaande Schiphol Area Development Company (SADC). Een regionaal opererend ontwikkelingsbedrijf waarvan Haarlemmermeer, Amsterdam, Noord-Holland en de luchthaven Schiphol aandeelhouders zijn. De tweede actie was het maken van een plan.
Het begon met A4-Werkstad en voor de liefhebbers van ‘copywritersproza’ met een ambitieus motto: Internationale Showcase door Smart Design. De autosnelweg A4 was de main street van het plangebied. De verantwoordelijke wethouder had desalniettemin zijn twijfels. ‘Niet weer een bedrijventerrein, zoals dat overal gebeurt’, zei hij en staakte het aanpassen van het bestemmingsplan.

Tussen 2006 en 2010 heette het volgende plan ACT Beyond Logistics: de combinatie van logistiek, duurzaamheid en de circulaire economie. Samen met Franse en Belgische partners werkte SADC aan een station voor vracht (HST-Cargo) want de Hogesnelheidslijn raakt aan de westkant het plangebied. Geen gek idee maar de kredietcrisis leidde in 2008 eerst tot stagnatie en later tot het einde van dit plan door het wegvallen van steun vanuit de markt: de snellere reistijd met de hoge snelheidstrein compenseerde niet genoeg de extra overslagmomenten bij aankomst en vertrek. De trein verdween maar het thema circulariteit bleef.
Plannen smeden
Vanaf 2012 ging SADC samen met het Havenbedrijf Amsterdam en de gemeente Amsterdam werken aan het concept van de Circulaire Westas. Het idee was om een meer integrale ontwikkeling van alle bedrijventerreinen te creëren in de strook Westelijk Havengebied, Schiphol en Greenport. De locatie aan de Rijnlanderweg zou dan een circulaire hot spot van technologische vernieuwende bedrijven moeten worden. Deze regionale benadering kreeg bestuurlijke steun maar ook kritiek: een deel van de regio Amsterdam (Almere en Lelystad) voelde zich met deze concentratie buitengesloten. Bij de provincie Noord-Holland was niet iedereen blij met de beperkingen die dit concept voor het Noordzeekanaalgebied zouden opleveren. In 2017 is ook deze studie naar invulling van het onderhavige gebied gestopt. Het Circulaire Westas-idee was vermoedelijk zijn tijd teveel vooruit.

Ondertussen werd er wel doorgewerkt aan het ontwerpen van de inrichting van het gebied. De oostkant van de A4 richting Rijsenhout was al losgekoppeld van alle plannen. Hier zijn enorme kassen met tomaten en paprika’s gekomen. Gelet op de nabijheid van Schiphol en Amsterdam een opmerkelijke bestemming voor deze schaarse gronden. Na twintig jaar plannen maken moest aan de westelijke kant van de A4 een bedrijventerrein komen vooral met opslag en distributie. De nieuwe overkoepelende naam werd uiteindelijk: Schiphol Trade Park (STP). Maar wat bleef er over van de duurzame en ecologische ambities van de gebiedsontwikkelaar die al twintig jaar in alle plannen zat?
Kwaliteitsteam
In 2010 werd een kwaliteitsteam opgezet, geleid door landschapsarchitect Lodewijk Baljon. In dat team zijn verschillende disciplines vertegenwoordigd op het gebied van logistiek, duurzaamheid, architectuur en stedenbouw. Ecologie is niet uitsluitend leidend, de beoogde kwaliteit wordt mede gedicteerd door de marktcondities. De grond bij Schiphol is erg duur, de eisen van het kwaliteitsteam en gebiedsontwikkelaar zijn hoog: je moet het je als ondernemer kunnen veroorloven om hier aan mee te doen.
In het Integraal Ontwikkelplan A4 Zone West, Programma van eisen (2010) ging men ervan uit dat in het verkavelingsplan op één kavel vier bedrijfspanden konden worden gerealiseerd. Ondertussen groeide de maat van het benodigde bedrijfsgebouw. Tien jaar later is dat nog maar één bedrijfsgebouw op één kavel. En dat past goed in het grootschalige polderlandschap. Geen vier entrees meer noch vier keer een parkeerprobleem. De auto’s worden opgeborgen, op of onder het gebouw of in een parkeergarage. De groene stroken langs de gebouwen worden minder onderbroken. De grote maat van de polderverkaveling en van Schiphol Trade Park helpt bij het inrichten van een hoogwaardige omgeving.

Oog voor het landschap
Er is zorgvuldig omgegaan met de boerderijweg (Rijnlanderweg) die dwars door het plangebied loopt. De boerderijweg speelt geen rol in de (vracht-)auto-ontsluiting van het bedrijventerrein maar wel voor de fiets en in de ‘lunch-ommetjes’ van de werkenden. Er zijn nieuwe wegen aangelegd en de paar bedrijven die al op het erf van een voormalige boerderij waren gevestigd worden nu aan de achterkant ontsloten. De ruimte tussen de dozen is nodig voor de waterhuishouding. De groene scheggen bieden ook nog enkele zichtlijnen die de polder ooit zo karakteriseerde: een zichtlijn op een infrastructuurlandschap. Deze inrichting sluit goed aan bij de Visiepolderlinten van de gemeente Haarlemmermeer (2022) die constateerde dat kenmerkende landschapselementen in het polderlandschap in sneltreinvaart worden aangetast. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten de dragers van het landschap (weg, berm, beplanting, waterlopen en boerderijwegen) beschermd worden. En dat gebeurt op Schiphol Trade Park.
De bedrijfsgebouwen uit de eerste fase zijn al duurzaam, maar dat valt er niet vanaf te zien. In de tweede fase van de ontwikkeling is de inspanning verricht om ze zichtbaar als duurzamer te presenteren, om zo aan te tonen dat ‘verdozing’ er ook acceptabel uit kan zien. ‘Schiphol Trade Park als een showcase voor alle andere bedrijventerreinen in Nederland’, staat er op de website van de ontwikkelaar SADC. De ambities zijn groot, de bescheidenheid Amsterdams. Wordt dat waar gemaakt? De certificering door BREAAM (Outstanding) wijst daar wel op.

Bewoners ontwikkelen mee
Ondertussen wordt met bewoners van het polderlint onder meer gewerkt aan een betere leefomgeving voor de dieren (uilen, marters, hazen en vogels) die al in het gebied leefden. Deze betrokkenheid levert veel op voor de biodiversiteit, de fauna en het aanzien van dit bedrijventerrein en maakt het tot een uitnodigende en aangename plek voor de werkenden. De taluds van de nieuw gegraven waterstructuur lopen schuin af waardoor beesten makkelijk in en uit het water komen. Er wordt minder en gefaseerd gemaaid met oog voor bloemrijke grasvegetaties. Lantaarnpalen zijn aangepast aan de vogels die nu op de lantaarn kunnen zitten. Een bedrijf heeft de begroeiing van haar parkeergarage aangepast zodat puttertjes daar veilig kunnen nestelen. De voortuinen van opgekochte boerderijen worden niet ingericht als parkeerplaatsen maar blijven groen zodat de aanwezige uilen niet worden verjaagd. De verlichting in de garage brandt niet meer continu maar werkt op sensoren.
De ecologische condities zijn in het gebied nu beter dan toen er nog aardappelen en bieten groeiden. Monitoring bevestigt dit. Door de nabijheid van de Kaagbaan kan de strook tussen de meest oostelijke rooilijn van het terrein en de A4 niet worden bebouwd. Hier groeit op tientallen hectaren olifantsgras. Vanaf de A4 levert dat een wonderlijk nieuw polderlandschap op.

Het eindbeeld is nog niet bereikt, dat gaat nog minstens vijftien jaar duren. Dan is het een park – het wachten is op het plaatsen van de bestelde bomen – met daarin weliswaar grote dozen maar een trade park dat glansrijk het niveau overstijgt van het doorsnee bedrijventerrein met de uit voorraad leverbare grijze distributiedoos. Ik vraag mij wel af hoe het project tegen die tijd dan heet.
Lees ook de inleiding van de serie van Theo Baart.
Grootte plangebied: 350 ha
Opdrachtgever: Schiphol Area Development Company (SADC)
Kwaliteitsteam: Lodewijk Baljon (voorzitter) e.a.
Ontwerpers: KCAP / West 8 tot 2017; Wilco Otto tot 2021; Ecologische Gebiedsvisie Baljon landschapsarchitecten 2021; PosadMaxwan sinds 2022
Gemeente Haarlemmermeer / Visie Polderlinten (Feddes/Olthof en Teake Bouma) / Fauna Haarlemmermeer
Reportage Vroege Vogels op 1 februari 2025 over Meer Bomen Nu, dat 3000 bomen heeft geplant op Schiphol Trade Park, in samenwerking met Schiphol Area Development Company (SADC)
Met dank aan: Jan Jaap Blüm, Paul Jansen, Wim van der Lee, Lodewijk Baljon, Corinne Kalisvaart