Wat je ziet dat zijn wij

Praktijkverhalen

De afdeling Ruimtelijke Kwaliteit vroeg fotograaf Theo Baart om een serie te maken van plekken die volgens hem opvallen vanwege de ruimtelijke ingrepen die er nu al te zien zijn of in de maak zijn. Theo vertelt in woord en beeld wat hem opvalt bij de gerealiseerde ruimtelijke kwaliteit, spreekt met betrokkenen en bezoekt plekken vaak meermaals over een langere periode. Dat levert interessante reflecties op over waarom, hoe en voor wie we ruimtelijke ordening inzetten tijdens de ‘wederombouw’ van ons land, van bedrijfspark tot naoorlogse wijk. De komende maanden delen we driewekelijks op Ruimtelijkeordening.nl een nieuwe aflevering, te beginnen met Theo’s inleiding. Je kunt alle plekken ook zelf bezoeken, per fiets en vaak ook wandelend – onder het motto ‘wat je ziet dat zijn wij’.   

Watermolen Hooidonk
Beeld: Theo Baart
Watermolen langs de Dommel, Noord-Brabant

Ik ben fotograaf en ik kijk hoe stad en land in rap tempo veranderen. Waar komt deze dynamiek vandaan, hoe pakt dat uit en wat betekent het? Wat zegt het over onze cultuur? Dat zijn, kort door de bocht geformuleerd, de vragen die centraal staan in mijn werk. Met de camera in de hand ga ik op pad op zoek naar het antwoord, en zo nodig hanteer ik ook de pen. Mijn eigen projecten beslaan vaak langere perioden en gaan over een specifieke plek of een bijzondere gebiedsontwikkeling. Zo fotografeer ik bijvoorbeeld vanaf 1980 de ruimtelijke dynamiek in de Haarlemmermeerpolder. Het is ook het gebied waar ik twee periodes gewoond heb. Mijn opdrachten – zoals deze van MooiNL - liggen in het verlengde van mijn eigen werk, alleen is de context waarin het resultaat gepresenteerd wordt anders. Mijn aanpak en intenties behoeven enige uitleg.

Schiphol Trade Park
Schiphol Trade Park

Naoorlogse wijken

Een paar jaar nadat ik afgestudeerd was aan de Rietveldacademie won ik de competitie voor de jaarlijkse documentaire foto-opdracht van het Rijksmuseum Wonen in naoorlogse wijken. Het was 1985. Mijn voorstel was om acht representatieve projecten uit de naoorlogse bouwstroom te fotograferen. Wat zijn de verschillen door de tijd heen en ook door de locatie bepaald? Dat moest ik verbeelden in 50 foto’s, wat bij zo’n groot onderwerp niet overdadig is. Op een registrerende, en voor zover dat kan, waardenvrije manier fotografeerde ik de inmiddels dertig jaar oude wijken in Amsterdam-West, het wat jongere Nagele en de net uit de uit de verpakking gehaalde Groeikernen.

Den Haag Vrederustlaan
Beeld: Theo Baart
Den Haag Zuidwest

Toen anderhalf jaar later de tentoonstelling in het Rijksmuseum openging was er veel publiciteit. Er bleek weinig waardering voor ‘die nieuwbouw’ van na 1945. Toen al woonde half Nederland in een naoorlogse woonwijk en de andere helft vond dat - zo bleek uit de reacties- niet benijdenswaardig. De geleerde les: je hebt niet in de hand hoe kijkers jouw foto’s interpreteren. En of je dat nu wil of niet, fotografie gebaseerd op een onderzoeksvraag wordt al snel als opiniërend gezien. Dat komt door de keuze van het thema, de fotoselectie en door de presentatie. De plekken die ik sinds een paar maanden bezoek, verschillen van schaalniveau, zijn verspreid door het land en lopen ook qua opgaven uiteen. Dat is objectief vast te stellen. Maar de blik van de maker/verslaglegger maken het subjectief.

De omgeving zegt iets over ons

Voor Het Jaar van de Ruimte (2015) – VROM was een aantal jaren ervoor opgeheven – maakte ik een terugblik op wat in de jaren 90 door de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening en de Vinex in gang was gezet. In beide Nota’s is 2015 de stip op de horizon geweest. Ik reisde door het land van Noorwaard tot de Zandmotor en van de Balgstuw tot IJburg. Ik fotografeerde vijftig voorbeelden van de zeer gevarieerde ruimtelijke ingrepen gebaseerd op planologische analyses, omgezet in beleid en ook nog eens uitgevoerd. Het is een visueel betoog dat laat zien dat kwaliteit in ontwerp en proces het verschil maakt. 

Bovenlanden Aalsmeer
Beeld: Theo Baart
Bovenlanden, Aalsmeer

Helaas zorgt de lange doorlooptijd van dergelijke projecten dat het bewijs daarvoor zo lang op zich laat wachten. Er wordt veel geklaagd dat het zo lang duurt in dit land voordat eindelijk de schop in de grond gaat. Daar valt een kanttekening bij te maken. Snel is niet altijd beter, soms leidt het langdurige proces tot een meer solide en evenwichtig resultaat. Het Jaar van de Ruimte markeerde het omslagpunt waarop voorzichtig de nationale ruimtelijke ordening weer gezien werd als een betekenisvol instrument nadat het vijftien jaar in de verdomhoek had gezeten. Door de complexiteit van de grote transities kun je je niet voorstellen dat ontwerpers weer afgedankt worden. 

Ik ben geen planoloog of ontwerper. Ik ben een geïnteresseerde autodidact als het om de inhoud gaat maar geschoold in de visuele representatie. Hoe we onze omgeving gebruiken en inrichten heeft een culturele kant. Het zegt iets over ons. Maar wat dan? Zien we überhaupt wel hetzelfde? Hoe waarderen we onze omgeving? Is alles ondergeschikt aan gemak en leven we alleen nog in een gebruikslandschap? Kijk eens uit het raam: wat je ziet dat zijn wij. Er is ruimte en een rol voor beschouwers (kunstenaars, dichters, fotografen en essayisten) aan de zijlijn. Kritiek, bespiegeling en waardering in een gesublimeerde vorm versterken het proces dat iedereen aan gaat: hoe richten wij onze omgeving in.

Klein-Vennep Park21 Festival Grazende Zwanen
Beeld: Theo Baart
Landgoed Kleine Vennep, Nieuw-Vennep

De kunst van het laten

Voor de afdeling Ruimtelijke Kwaliteit reis ik opnieuw door het land. Terwijl de nieuwe Nota Ruimte in de maak is, bezoek ik een achttal plekken die hopelijk tot de verbeelding spreken. Dat laat ik zien en wat niet te zien is beschrijf ik. Elke plek kent z’n eigen initiatiefnemers, en tegelijkertijd schuilt achter bijna alle plekken een langdurig proces, met meerdere eigenaren maar altijd met de ambitie om ‘iets goeds’ toe te voegen: veiliger, slimmer, socialer, mooier, de biodiversiteit verbeterend of met respect gebruik makend van een cultuurhistorisch aspect. Als het goed is kan het woordje ‘of’ vaak vervangen worden door ‘en’. De dubbele doelstelling, zeg maar.

Hengelo Spoorstraat
Beeld: Theo Baart
Spoorzone Hengelo

Als negende plek zal ik, als slot van deze serie, een project laten zien waar de beste optie ‘niets doen’ is. Hoe lastig ook, soms is het het beste om een plek – na een grondige analyse - vooral te koesteren en te waarderen voor wat het is geworden, om vervolgens de voorwaarden te creëren het met rust te laten. Misschien bestuurlijk wel de lastigste uitkomst, maar ook dat is ruimtelijke ordening. Toch?

Theo Baart