Voor structuurversterkende infrastructurele projecten als de Lelylijn en de Merwedelijn zijn duidelijke keuzes nodig. Zo moet structureel geld vrijgemaakt worden om nieuwe en bestaande woningen, bedrijven en voorzieningen in de toekomst bereikbaar te houden. Dat schrijven minister Robert Tieman van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) in een brief aan de Tweede Kamer. Besluitvorming hierover is aan een volgend kabinet.
Beeld: Rob Poelenjee
De twee ministers schrijven in hun Kamerbrief ‘Langetermijnperspectief Infrastructuur en Woningbouw’ wat het komende kabinet kan doen om de bereikbaarheid in de toekomst te verbeteren. Dit is nodig voor bestaande en nieuwe woningen en bedrijven. De belangrijkste aanbeveling is om ‘structuurversterkende projecten’ te kiezen en financieel mogelijk te maken. Dat kan door te werken vanuit een langetermijnperspectief, specifiek gericht op dit type projecten. Daarnaast benadrukken de ministers de groeiende noodzaak van het onderhouden, renoveren en vervangen van bestaande infrastructuur.
Bereikbaarheid als voorwaarde
Bereikbaarheid is een voorwaarde voor een land waar het fijn leven is, met een gezonde economie. We gebruiken onze wegen, spoorwegen en vaarwegen om naar ons werk, school en familie te gaan, om supermarkten te bevoorraden, pakketjes te bezorgen en onze economie draaiende te houden. Met de verdere groei van de bevolking groeit de behoefte aan mobiliteit én houden we vast aan de bouw van structureel 100.000 woningen per jaar. Goede infrastructuur is essentieel om woningen goed bereikbaar te maken én te houden. Ook geopolitieke veranderingen stellen hogere eisen aan onze infrastructuur, denk aan de geschiktheid voor militair transport.
Tekorten en gebrek aan perspectief
Door tekorten op de arbeidsmarkt en aan geld en fysieke ruimte is het moeilijk structuurversterkende projecten uit te voeren, stellen de ministers vast. Dit komt ook door langdurige vergunningsprocedures, onder andere door stikstof. Naast een te sterke focus op de korte termijn, of op losse projecten met een regionale focus. En omdat de Rijksoverheid te weinig zekerheid op lange termijn biedt, kunnen uitvoeringsorganisaties en marktpartijen zich niet inrichten op de groeiende vraag naar meer en betere infrastructuur.
Verdere ontwikkeling infrastructuur
De nieuwe Nationale Omgevingsvisie, de Ontwerp-Nota Ruimte, geeft richting aan de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland richting 2050 en verder. Met de ontwerp-nota kiest het kabinet voor versterking en uitbreiding van het stedelijk netwerk in Nederland en krachtige regio’s met een eigenstandig karakter. Uit studies en prognoses blijkt dat verdere ontwikkeling van de infrastructuur hierbij hard nodig is. Zo blijft bereikbaarheid gegarandeerd, ondanks de groeiende bevolking.
Voorbeelden van projecten die hieraan bijdragen zijn de Lelylijn, de IJmeerverbinding naar Almere, de Merwedelijn bij Utrecht, knooppunt Hoevelaken bij Amersfoort en de (internationale) bereikbaarheid van Brainport Eindhoven. Naast de oproep om structureel meer geld voor infrastructuur te reserveren, onderzoekt het kabinet of de opstart- en doorlooptijden van grootschalige projecten kunnen worden ingekort.