Eerste rapportage Monitor Werking Omgevingswet gepubliceerd
Sinds 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht, een wet die regels over de fysieke leefomgeving bundelt. Alle gemeenten, waterschappen, provincies en de rijksoverheid werken met de Omgevingswet. Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) houdt de werking van de wet in de gaten met de Monitor Werking Omgevingswet. De eerste rapportage hiervan is nu verschenen.

De rapportage richt zich op de werking van de Omgevingswet in 2024 en bevat cijfers (kwantitatieve data) en ervaringen van overheden die met de Omgevingswet werken (kwalitatief onderzoek). Bijvoorbeeld: hoeveel overheden hebben een omgevingsvisie opgesteld? En welke onderwerpen komen daarin aan bod? De informatie komt uit het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), documentenonderzoek en groepsgesprekken met medewerkers van gemeenten, provincies en waterschappen.
Toepassing in de praktijk
De Omgevingswet is er om de regels voor de leefomgeving duidelijk en gemakkelijk in het gebruik te maken. De wet kijkt in samenhang naar de verschillende onderdelen van de fysieke leefomgeving zoals bouwen, milieu en natuur. Ook gebruiken gemeenten, waterschappen, provincies en de rijksoverheid nu dezelfde 6 kerninstrumenten, zoals de omgevingsvisie en het omgevingsplan. De monitor kijkt hoe deze instrumenten worden toegepast in de praktijk.
Eerste bevindingen
Hoewel het nog te vroeg is om harde uitspraken te doen over de werking van de Omgevingswet, levert de rapportage een eerste beeld op. Overheden zijn goed begonnen met het gebruiken van de kerninstrumenten. De komende jaren moeten nog wel stappen worden gezet. Gemeenten, waterschappen en provincies hebben hiervoor een overgangstermijn. Zo moeten alle waterschappen op 1 januari 2026 een waterschapsverordening hebben vastgesteld. Gemeenten hebben nog tot 1 januari 2032 de tijd om 1 omgevingsplan voor de hele gemeente te maken.
De Omgevingswet wordt op onderdelen volop gebruikt: er zijn ongeveer 166.000 omgevingsvergunningen aangevraagd, 150.000 meldingen van activiteiten gedaan en de nieuwe mogelijkheden van het stelsel, zoals het meervoudig aanvragen van omgevingsvergunningen, werden benut. Om buitenplanse activiteiten mogelijk te maken gebruikten gemeenten in 2024 relatief vaak de vergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) en relatief weinig van een omgevingsplanwijziging. Grote knelpunten zijn in 2024 niet naar voren gekomen, al ervaarden decentrale overheden soms nog problemen met het DSO. Alle overheidslagen weten dat de Omgevingswet een andere manier van werken vraagt en zetten hier ook op in.
Van monitor naar evaluatie
Het doel van de monitor is om in kaart te brengen hoe de wet gebruikt wordt in de praktijk. Uit de monitor blijkt dat alle overheidslagen goed zijn begonnen, maar dat er nog ruimte is voor het beter benutten van de kansen die de wet biedt.
De onafhankelijke Evaluatiecommissie Omgevingswet evalueert of de wet doet wat ze moet doen. De gegevens uit de Monitor Werking Omgevingswet zijn daarbij belangrijke input. De evaluatiecommissie biedt tussen 2024 en 2027 jaarlijks een reflectierapport aan de minister van VRO aan, waarin zij ook reflecteert op de rapportages vanuit de Monitor Werking Omgevingswet. In 2029 biedt de evaluatiecommissie de integrale wetsevaluatie aan. Het eerste reflectierapport van de evaluatiecommissie is hier te vinden.
Meer informatie
Wilt u weten hoe de Omgevingswet werkt en zich ontwikkelt? Bekijk dan het volledige rapport.