Een landschap op pauze

Praktijkverhalen

De afdeling Ruimtelijke Kwaliteit vroeg fotograaf Theo Baart om een serie te maken van plekken die volgens hem opvallen vanwege de ruimtelijke ingrepen die er nu al te zien zijn of in de maak zijn. Theo vertelt in woord en beeld wat hem opvalt bij de gerealiseerde ruimtelijke kwaliteit, onder het motto ‘wat je ziet dat zijn wij’. Deel 2: De Bovenlanden / Westeinderscheg in Noord-Holland. Hoe kan het hier - in de vorige eeuw gewortelde - vermaarde stedenbouwkundig en landschappelijk scheggen-concept nieuw ‘groen-blauw’ leven worden ingeblazen? Steeds meer akkers komen vrij in dit ‘pauzelandschap’ ten westen van Amsterdam. Een groep Aalsmeerse ex-telers neemt het voortouw. Wie volgt?

Beeld: ©Theo Baart
De ringvaart om de Haarlemmermeer vormt de ruggengraat van de Westeinderscheg.

In de jaren dertig van de vorige eeuw werden in het visionaire Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) de begrippen ‘lobben en scheggen’ geïntroduceerd, onder aanvoering van stedenbouwer Cornelis van Eesteren, hoofd van de toenmalige afdeling Stadsontwikkeling in Amsterdam. Iedere Amsterdammer moest binnen tien minuten fietsend in het landelijke gebied belanden. Zie Amsterdam als een uitgestrekte hand en dan is de ruimte tussen de vingers het groen (de scheg). Dit stedenbouwkundige concept is verrassend goed ingepast tijdens de naoorlogse stadsuitbreiding en vervolgens decennia lang gekoesterd door de Amsterdammers en beschermd door het bestuur. Met de toename van de bevolking in Groot-Amsterdam is de noodzaak ontstaan om dit concept uit te breiden. Meer dan een Amsterdamse opgave is het een regionale opgave geworden. 

Aan de zuidkant van Amsterdam loopt de Schinkel – een veenriviertje – die bij De Nieuwe Meer overgaat in De Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Aan de westelijke oever ligt Schiphol-Oost (gemeente Haarlemmermeer). De luchthaven heeft hier zichtbaar nooit enig belang gehecht aan de landschappelijke inpassing van haar activiteiten. De hangars liggen als enorme bunkers in het landschap. Een groene zone aan de westoever van de ringvaart met de inpassing van de luchthavenactiviteiten - de luchthaven gaat niet weg - is hier een relevante ontwerpopgave.  

Beeld: ©Theo Baart
De Bovenlanden is een eeuwenoud cultuurlandschap waar de telers steeds minder actief zijn en de (water) recreatie groeit.

Aan de andere oever ligt het Amsterdamse Bos (gemeente Amstelveen) dat zuidelijker overgaat in het Schinkelbos (gemeente Aalsmeer). De ringvaart Haarlemmermeer is de back bone van de Westeinderscheg die vooralsnog vooral geduldig in de week ligt in een badje van beleidsvoornemens. De oostelijke oever had decennialang de teelt van bloemen als bestemming. Het waterige veenweidegebied was daar uitermate geschikt voor. Op de teelakkers werden in de volle grond bloemen en planten geteeld. De rijke hoeveelheid water tussen de akkers was perfect voor het verplaatsen van de bloemen naar de veilingen van Aalsmeer.

Vacant gebied

De afgelopen decennia veranderde in het gebied de bloementeelt zichtbaar. Na een fase van schaalvergroting en de opening van een enorm centraal veilingcomplex deed het internet en de lage (intercontinentale) vrachtkosten het teeltsysteem kantelen. Steeds meer teelt ging naar Afrika maar werd nog wel geveild in Aalsmeer door de nabijheid van Schiphol. Totdat het internet het fysiek ‘passeren onder de klok’ op de veiling overbodig maakte. Schiphol doet er sindsdien voor de af- en aanvoer van bloemen nauwelijks meer toe, die arriveren op goedkopere regionale vliegvelden en worden vervolgens vervoerd per vrachtwagen.

Beeld: ©Theo Baart
Waar de teelakkers verdwenen zijn zorgt de stichting Bovenlanden voor beheer en onderhoud van het terrein en beschoeiing.

Ondertussen komen er steeds meer akkers vacant. Vooral het snel wegvallen van de seringenteelt is daar een verklaring voor. Er zijn nu nog maar tien seringentelers in het gebied. Er is wel vraag maar de kosten van het telen zijn sterk gestegen en de rendementen staan onder druk. Het is een lastig teeltproces waar de struik eerst moet groeien in de volle grond op de teelakker en dan tot bloei wordt gebracht in een verwarmde kas. Het werk is fysiek zwaar, de gemiddelde leeftijd van de nog werkzame telers is boven de vijftig en opvolging is problematisch - het eind komt in zicht. 

Villa’s vs groen  

Het lucratiefst voor een stoppende kweker: de grond verkopen voor de bouw van een of meerdere villa’s. Dat is ook goed te zien langs de Aalsmeerse Uiterweg waar de markante kwekerswoningen worden ingeruild voor villa’s. Het is een soort Aerdenhoutse laan geworden met hoge heggen, toegangshekken en een sloep naast de deur. 

Een groep Aalsmeerders, georganiseerd in stichting De Bovenlanden, met vaak een achtergrond in de bloementeelt en -handel, vond dertig jaar geleden al dat de teelakkers in het gebied waar een teler stopte niet alleen maar mochten worden omgezet naar een villa met gazon. Dat was verlies aan cultuurhistorische identiteit. Verwerving bood een kans op herstel van de teelt van trekheesters zoals seringen. Als dat niet lukte dan zouden de verworven teelakkers kunnen worden getransformeerd naar natuurontwikkeling of - als laatste mogelijkheid - het op een gecontroleerde manier versterken van recreatie. De  stichting betuigt zich in dit gebied als de actiefste partij in landschapsinrichting en beheer. 

Beeld: ©Theo Baart
De waterkwaliteit van de Bovenlanden wordt nauwlettend gemonitord in samenwerking met het waterschap.

De naam van de stichting komt overeen met de naam van het gebied. De Bovenlanden is grofweg het gebied op de oostelijke oever van de ringvaart vanaf het Schinkelbos, eindigend bij de rietlanden in Wildernis. In totaal is dat 1.000 hectare. De stichting bezit ongeveer 50 hectare teelakkers, verdeeld over meer dan 175 percelen. Daarmee zijn zij de grootse grondbezitter in het gebied.   

Gunfactor  

Nog voordat een teelakker op de markt komt, heeft het bestuur van de stichting al contact met de teler en kunnen ze vaak de akker kopen. De gunfactor speelt hier een belangrijke rol. De stichting koopt akkers aan en gaat dan op zoek naar geïnteresseerde kwekers maar dat is een lastige economische propositie geworden. De stichting maakt zich dan ook sterk om de trekheestercultuur benoemd te krijgen tot cultureel erfgoed want dit is de bakermat van de wereldwijde handel in bloemen en planten. 

Alles staat ten dienste van het bevorderen van de biodiversiteit, waterkwaliteit maar ook toegankelijkheid - onder voorwaarden - voor  watersporters. De Bovenlanden zijn vooral geschikt om met een kano of een fluisterboot te bevaren. Het is een kwetsbaar gebied, de sloten zijn smal. Te hard varen betekent schade voor de akker en beschoeiing kost € 300 per strekkende meter. Met dat soort prijzen is een kleine akker opeens weer erg groot. Het is zoeken naar een verantwoorde balans. 

Het gebied is nauwelijks ontsloten. Een pont bij Rijsenhout (gemeente Haarlemmermeer) zou helpen,  zodat bezoekers de ringvaart bij Aalsmeer kunnen oversteken, maar dat wil de gemeente Haarlemmermeer liever niet zonder dat haar dorp Rijsenhout kan meeprofiteren van de groei van de recreatie. Begrijpelijk, want anders levert het alleen maar parkeeroverlast op. De regionale overheden zitten kortom bij deze opgave duidelijk aan elkaar vast. 

Beeld: ©Theo Baart
Sommige teelakkers zijn nog in gebruik. Deze akker is in eigendom van de stichting Bovenlanden. De schuilhut is gesubsidieerd door het BPD Cultuurfonds.

Groen-blauwe kansen  

Ondertussen ligt er een aanbod voor de aankoop van dertig hectare teelakkers voor een aantrekkelijke prijs. Ook hier speelt de gunfactor een rol. In een klap zou de stichting een aantal door de Metropoolregio Amsterdam en provincie beoogde ‘groen-blauwe doelstellingen’ (jargon voor groen en water) kunnen verwezenlijken. Maar de overheid die nodig is om dit te realiseren werkt te traag en de stichting vreest dat deze mooie kans voorbij gaat en dat de projectontwikkelaars hun kansen zullen grijpen. Onomkeerbaar verlies.  

De nieuwe scheg (de Westeinderscheg) zou er nog steeds kunnen komen. De onderdelen liggen er al. Die moeten goed verbonden worden en hier en daar versterkt. De ironie is dat verschillende overheden op papier het idee van de bevordering van de Westeinderscheg al jaren bepleiten maar door het afknijpen van de financiering door het rijk nu met bijna lege handen staan. 

Pauzelandschap  

Zowel de gemeente Amsterdam als instituten die je als de voorhoede van het ruimtelijke debat zou kunnen omschrijven, zien volop de kansen en de noodzaak van het versterken van de scheggen. Zo organiseerde het Architectuur Centrum Amsterdam (ARCAM) een interessante verkenning en debattenreeks over de toekomst van de scheggen (Parlement van de Scheggen). Alleen liggen de scheggen buiten de Amsterdamse gemeentegrenzen. En dan zitten er opeens veel partijen aan tafel met niet altijd dezelfde belangen. Amsterdam stelt zich de laatste decennia voorzichtig op ten opzichte van de buurgemeenten. Een overstijgend gremium zoals de Metropoolregio Amsterdam (een samenwerking van 32 gemeenten en 2 provincies) heeft nog te weinig bestuurlijke slagkracht om de impasse te doorbreken. En de provincie is van goede wil maar zoekt nog steeds naar geld om de plannen uit te voeren. Dat maakt bestuurlijk gezien de Westeinderscheg een pauzelandschap. Schiphol is er vooral om de belangen van de luchtvaartsector te faciliteren en lijkt niet bereid om een actieve rol te spelen in de inrichting – zelfs het debat wordt vermeden  - van wat je de achtertuin van de luchthaven zou kunnen noemen.  

De blik is voor dit moment gericht op een groep betrokken en visionaire burgers zoals Stichting de Bovenlanden. Ze komen een heel eind maar kunnen nooit de rol en de kracht van regionaal samenwerkende overheden vervangen. Wie volgt? 

De Bovenlanden: Stichting De Bovenlanden 

Financiering:
Hoogheemraadschap Rijnmond (waterkwaliteit verbeterende projecten)
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) 
Europese Kaderrichtlijnen Water (KRW I, KRW II, KRW III) 
Provincie Noord-Holland uit verschillende beleidspotjes  

Westeinderscheg: Kramer Seringen kwekerij 

Met dank aan: Piet Harting, Kees Kramer, Ton Bossink, Tijs van de Boomen