Van poldergrond tot landgoed: ruimte maken onder het luchtruim
Praktijkverhalen
De afdeling Ruimtelijke Kwaliteit vroeg fotograaf Theo Baart om een serie te maken van plekken die volgens hem opvallen vanwege de ruimtelijke ingrepen die er nu al te zien zijn of in de maak zijn. Theo vertelt in woord en beeld wat hem opvalt bij de gerealiseerde ruimtelijke kwaliteit, onder het motto ‘wat je ziet dat zijn wij’. Deel 5: Landgoed Kleine Vennep. Beleidsmakers formuleren soms ambitieuze vergezichten over grootschalige gebiedsontwikkeling waar vervolgens vooral derden mee aan de slag moeten gaan. Duizend hectare aanpakken zonder het benodigde budget is lastig. Negen hectare op dezelfde locatie met vereende krachten transformeren lukt wel.

In de omgeving van Schiphol dicteert het luchtruim wat er mogelijk is op het maaiveld. De Spijkerboorroute - een uitvliegroute vanaf de Kaagbaan - leidt vliegtuigen tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep. Deze route met een scherpe draai richting het Noorden was ooit bedoeld als een soort vluchtroute maar is vanaf begin 2000 een drukke verkeersader geworden. De route wordt gebruikt als - naast de Kaagbaan - ook de Aalsmeerbaan moet worden ingezet wegens drukte. Stedenbouwkundige schetsen om Hoofddorp en Nieuw-Vennep naar elkaar toe te laten groeien tot een stad moesten daardoor diep in de lade worden gestopt. Hier mag om veiligheidsredenen door het vliegverkeer geen woonwijk komen.
Metropolitaan park
Bestuurders, beleidsmakers en planologen sorteerden vanaf het eind van de jaren ‘90 voor op alternatieven. Het agrarische gebied van 1.000 hectare tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep moest transformeren naar een metropolitaan park ‘met regionale, landelijke én internationale betekenis’. Nog niet zo’n geen gek idee als je naar de kaart kijkt van Groot-Amsterdam en daarop de beperkte ruimte voor recreatie ziet. Er is meer groen nodig als ‘tegenwicht tegen de aanzienlijke verstedelijking van de noordvleugel van de Randstad’. Dat was de basis onder het concept Park van de 21e eeuw dat al snel werd ingekort tot PARK21.

Het college van B&W van de gemeente Haarlemmermeer stemde met een startnotitie (2007). Het beschikbare budget uit verschillende rijks, provincie en gemeentelijke fondsen was bij de aftrap ongeveer vijftig miljoen euro. Genoeg voor een lange periode van planvorming, marketing of ‘vergadergeld’ zoals critici het noemden maar in de verste verte niet genoeg voor verwerving van gronden of uitvoering van de grote plannen. Desalniettemin waren de initiatiefnemers optimistisch. In het masterplan uit 2011 was de horizon voor de eerste oplevering 2024.
Afschalen
De internationale aantrekkingskracht bleek de jaren na 2011 beperkt. De Olympische Spelen in 2028 waarop werd gespeculeerd zullen niet naar Nederland komen, en Mickey Mouse en zijn vriendjes ook niet. En uit aanvullende onderzoeken bleek dat dat alleen maar goed nieuws is: zoveel extra bezoekers met zo’n programma kan het toch al zwaar belaste infranetwerk aan de zuidflank van Amsterdam niet aan.

Eigenlijk is er op die 1.000 hectare in vijfentwintig jaar niet zo veel gerealiseerd behalve kleine deelplannen aan de stedelijke rand van het park. Het in 2024 door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplan verbleekt bij het ambitieuze Masterplan uit 2011. Afschalen heet dat. Het beleidsproza is ook aangepast, het woord metropolitaan is verdwenen uit het vocabulaire, het park moet nu Nieuw-Vennep met Hoofddorp verbinden. Ook bij dit plan speelt een historische vergissing een rol. Het rijk veilde na het drooggevallen van de Haarlemmermeer in 1853 alle gronden. Bij de realisatie van plannen moeten overheden sindsdien voor ieder plan de gronden verwerven.
De aankondiging van PARK21 en de doorgaande verstedelijking in de polder zetten boeren in het gebied aan het denken. Het is vertrekken of meebewegen. Sommigen boeren telen nu gewassen voor grondstoffen voor dure producten die alleen afgezet kunnen worden in de grote steden met koopkrachtige burgers. Ook openden boeren zorgboerderijen of winkels.
Landgoed
Heleen en Dirk Molenaar bezitten op de rand van PARK21 bij Nieuw-Vennep een schitterende Kop-rompboerderij (Kleine Vennep). Het boerenbedrijf met tachtig hectare was al meer dan honderd jaar in de familie. In de crisistijd in de jaren ‘30 van de vorige eeuw waren de grootouders van Dirk gedwongen om het land, erf en gebouwen te verkopen. De grond kwam in handen van een verzekeringsmaatschappij en de familie pachtten vervolgens de gronden. Dat ging een tijd goed, maar het werd steeds lastiger om een redelijk inkomen bij elkaar te boeren.

Dirk Molenaar was niet de eerste boer in Nederland die ander werk zocht naast het boerenbedrijf. Hij ging terug naar school en werd makelaar. De dochters van Heleen en Dirk willen geen agrarisch bedrijf runnen maar zien wel mogelijkheden om een deel van het land om te zetten naar een gebied met ruimte voor sport, recreatie, cultuur en horeca. Fiscaal past dan de status landgoed het best.
PARK21 vonden de Molenaars een futuristisch verhaal maar het bood ze wel mogelijkheden. Ze wachten niet af en gingen in 2012 aan de slag. Een nieuwe economische crisis speelde weer een rol in de geschiedenis van het boerenbedrijf. De eigenaar van het land - een grote verzekeringsmaatschappij - was in de problemen geraakt tijdens de kredietcrisis. Dat gaf een aantal overheidspartijen een drukmiddel om de verzekeraar mee te laten werken.
Het plan was om zes hectare van het land van de verzekeringsmaatschappij te ruilen tegen een deel van de pachtschadevergoeding (alle investeringen die pachtboeren doen om het land, waterhuishouding, en vruchtbaarheid te verbeteren) en vervolgens de erfpachtrechten van Molenaar af te bouwen. De gemeente Haarlemmermeer kocht het land van de verzekeraar. Dirk en Heleen Molenaar konden uiteindelijk door ruiling van de pachtschadevergoeding negen hectare land in bezit krijgen inclusief de gebouwen. En de gemeente kon door de landaankoop verder met de ontwikkeling van PARK21. Met vereende krachten lukte dit allemaal in een tijdsbestek van vijf jaar.
Voor en door de polderbewoners
Vanaf 2017 werden negen hectare ingericht als landgoed. De boerderij is inmiddels een rijksmonument. De grote deel werd geschikt gemaakt voor allerlei activiteiten binnenshuis. Een van de eerste publieke evenementen was in september 2017 de Landschapstriënnale. Dertig bijeenkomsten in een maand in de deel en op het erf. Bij de opening stonden de burgemeester en de gedeputeerde te glimmen als waren ze in Juinen. En terecht. Toen was er nog niet veel gebeurd op het gebied van de inrichting van het landgoed maar inmiddels is dertig procent van het terrein beplant conform de voorwaarden voor de status ‘landgoed’ met iepen, elzen, linden en knotwilgen. De teller staat nu op 1000 bomen en er komen nog 100 bij.

Tussen de bomen vinden kleinschalige evenementen plaats, op het grote grasveld festivals zoals Festival Grazende Zwaan. In samenwerking met de gemeente worden jaarlijks de Zomerweken georganiseerd met allerlei activiteiten voor de polderbewoners.
Het landgoed is privaat bezit maar toegankelijk voor het publiek. Bewoners uit de aanpalende woonwijk lopen hier met hun hond. Het is het startpunt voor een van Wandelnetwerk Noord-Holland. Op zaterdag komen er vrijwilligers om te werken aan het onderhoud. Inmiddels is het bestemmingsplan weer aangepast zodat de Molenaars een zorghotel voor revalidatie met veertig kamers op het terrein kan gaan bouwen en zes recreatiewoningen.
Slow cooking
En PARK21 dan? Er wordt doorgewerkt door het projectbureau aan plannen om het landgoed te vergroten met Groot-Vennep naast Kleine Vennep . In totaal wordt er op dit moment aan zo’n 280 hectare gewerkt, deels in de vorm van ruimtelijk ontwerp, deels concreet ingericht.
Grondeigendom en budgetten spelen een rol in het tempo van uitvoeren. Daarnaast speelt nog steeds dezelfde factor als waar de plannen ooit mee begonnen zijn: het luchtruim. PARK21 voorkomt dat standaard invulling onder het luchtruim (bedrijfsterreinen en glasteelt) hier wortel kunnen schieten. Slow cooking als recept voor ruimtelijke ordening.
Een andere aanpak is ook goed denkbaar. De Spijkerboorroute zou gesloten of verlegd kunnen worden. Dan kan er aan de westkant van het projectgebied rond de 70.000 woningen gebouwd worden. De woningbouw levert dan ook de benodigde gelden op om het resterende deel – nogal altijd zo groot als het Centraal Park in New York – hoogwaardig in te richten.
Ontwerp Landgoed Kleine Vennep: William de Bruin, landschapsarchitect
Ontwerp PARK21:
Masterplan: Vista Landschapsarchitecten
Deelplannen: Strootman Landschapsarchitecten
Financieel betrokken partijen: Rijk, provincie Noord-Holland, gemeente Haarlemmermeer, Staatsbosbeheer, Hoogheemraadschap Rijnland, lokale ondernemers, etc.