Groen is geen luxe, maar een noodzakelijke investering
Praktijkverhalen
Hoeveel levert het op om onze steden groener te maken? Jonne Velthuis zocht het uit voor Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). De baten én de kosten lopen op tot in de miljarden. Maar zijn conclusie is glashelder: “Steden worden onleefbaar als we het niet doen.”

De programmatische aanpak Groen in en om de Stad (GIOS) zet erop in om voldoende groen te realiseren voor een gezonde en prettige leefomgeving. In deze artikelenreeks komen mensen uit onderzoek en praktijk aan het woord om hun kennis en ervaringen te delen.
Thuis aan de telefoon licht Jonne toe waarom Nederland miljarden moet investeren in stedelijk groen. “Iedereen heeft daar op kleine schaal vaak wel een beeld bij, maar dit gaat om een programmatische aanpak vanuit de ministeries waarbij we op landelijke schaal naar de kwaliteit en kwantiteit van stedelijk groen kijken”, legt hij uit. Jonne werkt bij het flora & fauna team van adviesbureau Rebel, waar ecologie en economie samenkomen. In opdracht van het ministerie van VRO rekenden hij en zijn collega’s samen met adviesbureau Arcadis uit wat de stedelijke groenopgave bij verschillende ambitieniveaus zou kosten en opbrengen.
Verstedelijking dwingt Nederland tot handelen
De aanleiding voor het onderzoek ligt bij de verstedelijkingsopgave in Nederland. We willen meer woningen en werkplekken. Dat betekent dat Nederland verder versteent. Tel daarbij op dat we zuinig moeten zijn op onze stedelijke biodiversiteit en dat hitte- en wateroverlast groter worden in steden. Dan moet je in actie komen. “Daarbij komt dat in de Europese natuurherstelwet is geregeld dat er tegen 2030 geen nettoverlies mag zijn van stedelijk groen en boomkroonbedekking ten opzichte van 2024”, legt Jonne uit. Nederland staat voor de opgave om vóór datzelfde jaar 900.000 woningen te bouwen. “Dan wil je weten hoe groot die opgave is en wat we daarvoor moeten reserveren.”
“De koppeling tussen woningbouw en groen kan tot slimme oplossingen leiden”
Dat vraagstuk belandde bij Arcadis en Rebel. Hun berekening toont een forse opgave: door de woningbouwplannen verdwijnt er potentieel 2.147 hectare stedelijk groen en 240.800 bomen. Dat is meer dan 4.000 voetbalvelden. Dat verlies vraagt om compensatie. Want dezelfde hoeveelheid groen en meer woningen betekent minder groen per inwoner.
“Nederland heeft een grote verstedelijkingsopgave”, schetst Jonne. “Maar we hebben er nauwelijks bij stilgestaan wat dat betekent voor het groen ín de stad. Vaak wordt er vooral gekeken naar het groen rondom de stad.” Juist daar ligt volgens hem een kans: de koppeling tussen woningbouw en groen kan leiden tot slimme oplossingen. Dat blijkt ook uit de scenario’s die Jonne en zijn collega’s hebben doorgerekend.
3 scenario’s
Ze onderzochten 3 scenario’s, van minimale compensatie tot een maximaal toekomstbestendige stad. Elk scenario kent een ander ambitieniveau en dus ook andere kosten, baten en ruimteclaims. In het meest ambitieuze scenario is vergroening een volwaardig onderdeel van de stedelijke ontwikkeling.
“Zonder een toename van stedelijke groen ‘zweten’ we allemaal de stad uit. Stedelijk groen om hitte tegen te gaan, verdient zichzelf meer dan terug.”
Feitelijk kijken naar de waarde van groen
Jonne benadrukt dat zijn team bewust feitelijk te werk is gegaan. “We proberen het concreet te maken: wat gaan we nou écht doen? Over hoeveel hectares of vierkante meters hebben we het? En wat zijn de kosten en hoeveel levert het op? De grootste batenposten zijn verrassend concreet. Gezondheidswinst maakt 35% uit van alle meetbare voordelen. “Deze komen voort uit positieve effecten van het groen op het dempen van geluidsoverlast, de luchtkwaliteit en het reduceren van hitte.”
Ook klimaatmitigatie levert veel op. CO₂-opslag door bomen en planten zorgt voor 23% van de baten. Watergerelateerde voordelen, zoals het voorkomen van waterschade en lagere zuiveringskosten, maken 21% uit. En waardering voor een groene omgeving komt tot uiting in de vastgoedwaardestijging: dat is 14% van de baten. “Groen zorgt buiten en binnen voor een reductie van hittestress. Dit heeft een positief effect op de arbeidsproductiviteit.”
Belangrijkste baten zijn niet in geld uit te drukken
Maar de werkelijk grote winst valt volgens Jonne niet in geld uit te drukken. “Biodiversiteit, meer geluk, minder stress, meer bewegen, meer sociale cohesie en meer comfort door minder hitte. Dat is nog niet altijd te monetariseren, maar draagt wel bij aan de kwaliteit van leven.”
“Iedereen die ik spreek snapt de waarde van stedelijk groen”
“In gesprekken en bij beleidsontwikkeling heb je feitelijke informatie nodig. Zeker als er een financiële kant aan zit. Wetenschappelijk onderzoek naar de baten van groen is sterk in ontwikkeling”, zegt hij. “Er worden regelmatig nieuwe inzichten gepubliceerd die helpen om de voordelen financieel te onderbouwen. De verwachting is dan ook dat de totale baten in de toekomst eerder hoger dan lager uitvallen.”
Het team koos in deze analyse bewust voor een terughoudende benadering. “Juist omdat baten vaak onderwerp van discussie zijn, hebben we conservatief gerekend.” Toch dekt het tweede scenario nu al 69% van de kosten met alleen de meetbare baten. “We weten vrijwel zeker dat dit meer oplevert dan het kost.”
Het onderzoek houdt nu bijvoorbeeld nog geen rekening met specifieke klimaatadaptatiedoelen of schades aan infrastructuur. Als we groen specifiek gaan inrichten om wateroverlast en waterschade te voorkomen, dan verdient dit zich financieel terug.
Ruimte genoeg door ‘ontharden’
Een praktische vraag is of er wel plek is voor al dat groen. Volgens Jonne wel. Het kan door het ‘ontharden’ van de stad: bestaande verharde oppervlaktes vervangen door groen. “De compensatieopgave op nationaal niveau is minder dan 2% van het totaal aan verhardingen binnen de bebouwde kom in Nederland”, stelt hij gerust.
Een concrete maatregel is het verwijderen van overbodige verharding, zoals oude parkeerplaatsen, wegen versmallen naar eenrichtingsverkeer en het plaatsen van bomen. “Dit betekent dat er geen ruimteclaim hoeft te komen op grond die ook voor andere functies gebruikt kan worden.”
Wel zijn er kostenverschillen per locatie. “Een boom in verharding plaatsen kost voor buitenwijken zo’n € 5.000. In een historisch centrum loopt dat op tot € 6.500. Het grootste deel van die kosten zijn voor de groeiplaats, zodat een boom goed kan groeien en 50 jaar meegaat.” Historische centra en locaties met wijken die veel last hebben van klimaatproblemen vragen om extra investeringen.
Beheer wordt duur
Een belangrijk aandachtspunt zijn de onderhoudskosten. “Beheer en onderhoud bedraagt € 3,7 miljard over 50 jaar en is daarmee 34% van de totale opgave.” Ook komen er afschrijvingskosten van € 2 miljard bij.
“Gezien de omvang van deze bedragen is het verstandig om niet alleen naar incidentele, maar ook naar structurele middelen te kijken”, benadrukt Jonne. De totale jaarlijkse onderhoudskosten komen uit op € 83,6 miljoen.
Klimaatadaptatie als financieringsbron
Voor de bekostiging en financiering van de groenopgave ziet Jonne kansen in de koppeling met klimaatadaptatie. “Veel van de baten komen voort uit vermeden kosten voor klimaatadaptatie. Het ligt daarom voor de hand om stakeholders met bijbehorende financiële middelen aan deze opgave te verbinden.”
Ook CO₂-opslag biedt mogelijkheden. “Tot op heden wordt bij financiering van CO₂-opslag vooral gekeken naar bossen. Maar in scenario 3 gaat het om de aanleg van 23 miljoen bomen in stedelijk gebied. Gezien deze omvang is het de moeite waard te onderzoeken of hier instrumenten op kunnen worden toegepast.”
Ten slotte pleit hij voor instrumenten om geldstromen van het Rijk naar de gemeenten te organiseren. “Uit de batenanalyse blijkt dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor 62% van de investeringen, maar dat veel baten landen op nationaal niveau, zoals bij de gezondheidszorg.”
Veel steden ondernemen al actie
Volgens Jonne gebeurt er in veel gemeenten al van alles. “Ik zie overal initiatieven om te vergroenen”, vertelt hij. “Gemeenten vervangen stenen door groen en moedigen inwoners aan om hetzelfde te doen in hun eigen tuin.” Sommige gemeenten gaan nog een stap verder en bieden bewoners gratis bomen aan.
Maar het hangt nog te veel af van enthousiaste individuen. “Dat zijn vaak mensen die er echt voor gaan en zich er volledig voor inzetten. Maar er zijn ook veel hobbels die dat lastig maken.”
Door groen te koppelen aan de verstedelijkingsopgave, komt de financieringsstructuur van woningbouwprojecten ook in beeld. “Bij het bouwen van woningen moeten allerlei voorzieningen getroffen worden. Dan kijk je naar parkeernormen en mobiliteit. De groen-blauwe voorzieningen komen vaak pas laat in beeld, gaan er als eerste weer uit, of blijven te klein. Dat maakt de ruimtelijke puzzel voor de woningbouw niet makkelijker, maar groen- en blauw is minstens zo belangrijk als andere voorzieningen en daar zullen afspraken over moeten worden gemaakt.”
Leefbaarheid en sociale ongelijkheidaanpakken
Jonne ziet extra kansen als groen wordt ingezet om (sociale) ongelijkheid aan te pakken. “Er is een positief verband tussen de sociaaleconomische status van bewoners en de leefbaarheid van een buurt. Hier is vaak juist minder toegang tot groen in de directe omgeving.”
Volgens cijfers van ABN AMRO zijn er in Nederland zo’n 900 klimaatkwetsbare wijken. “Financieel kwetsbare huishoudens kunnen door klimaatproblematiek de schade of herstelkosten niet financieren. In sommige gevallen worden ze zelfs gedwongen hun huis te verkopen.” Investeren in groen in deze wijken kan dus een impuls geven aan de mensen die dit het meest nodig hebben.
Groen is een noodzakelijke investering
Jonnes eindconclusie laat geen ruimte voor twijfel: “We moeten deze investeringen doen.” Hij hoopt dat zijn onderzoek bijdraagt aan betere discussies. “Wat mij betreft moeten we duidelijk maken dat groenblauw ook voor de leefbaarheid en economie van belang is. Door die waarde uit te drukken in euro’s kun je laten zien waarom keuzes zoals deze heel slim zijn.”
En de tijd dringt. “Zonder ingrijpen zweten we de stad uit, worden steden veel minder leefbaar. Nu gaat iedereen naar dezelfde schaarse groene plekken toe. Het is denk ik de goedkoopste manier om de steden leefbaar te houden nu het warmer en natter gaat worden.”
Met de nieuwe Europese wetgeving en groeiende klimaatproblemen wordt uitstel steeds duurder. Het onderzoek van Jonne en zijn collega’s geeft beleidsmakers harde cijfers om mee te werken. En die cijfers spreken een duidelijke taal: groen is geen luxe, maar een noodzakelijke investering die zichzelf terugbetaalt.
Lees het volledige rapport: Financiële verkenning Groen in en om de Stad.